Vooruitblik op de Grand Prix van Monza: La Cattedrale di Formule Uno
Koen Vergeer
Ik voel het al, dit wordt mijn meest persoonlijke vooruitblik. Want Monza is verreweg mijn favoriete Formule 1-circuit. Monza heeft wat mij betreft alles wat de Formule 1 tot een zo fascinerende sport maakt. Een sublieme mix van snelheid en schoonheid, van poëzie en tragedie. Toen ik de clips voor deze blog bijeenzocht zag ik het weer: oooh mensen, wat is dat Monza toch weergaloos mooi.
En wat een geschiedenis. Al vanaf 1922 wordt er over Monza geraasd, over de kombaan en door de bossen van het Koninklijke park. Al bijna een eeuw Curva Grande, Lesmobochten, Vialone (tegenwoordig Variante Ascari) en Parabolica – het doet je beseffen dat Formule 1 meer is dan zomaar een sport of een show, het is ook een kenmerkend deel van onze, in een waanzinnige versnelling geraakte, cultuur.
Het vooroorlogse tijdperk zal ik overslaan: het tijdperk van de pioniers, Fiat, Nazarro, Nuvolari, de ramp met Materassi, Campari en de zwarte zondag van 1933 (het verhaal hierover kun je lezen in mijn boek Faust Racer uit 2016). Laten we beginnen met de moderne Formule 1. Ergens in de jaren vijftig maakt Alfa Romeo een filmpje met viervoudig wereldkampioen Juan Manuel Fangio. Pure poëzie. Luister naar de klok in de verte, voel het starten van de motor door je zenuwbanen gaan en volg daarna de “Maestro” – deels on board – over Monza:
Tragedie
De grandeur van Monza heeft alles te maken met Italië, waar sentimenten graag worden uitvergroot tot een drama. Op Monza is de racerij maar een paar stappen verwijderd van de opera. Enzo Ferrari wilde oorspronkelijk operazanger worden, voor hij zich op de racerij stortte. Alfa-coureur Giuseppe Campari twijfelde zijn leven lang tussen La Traviata en Monza… Een beetje opera heeft natuurlijk ook een tragisch verhaal nodig. Wel, aan tragedies op Monza geen gebrek. Grote coureurs als Jochen Rindt, Alberto Ascari en Ronnie Peterson lieten het leven op dit circuit. Hun geesten waren nog door de bossen tijdens elk Grand Prix weekend, net als die vijftien anderen, betrokken bij de grootste ramp uit de geschiedenis van de Formule 1.
1961. Ferrari domineert de Formule 1. Op Monza wordt beslist welke coureur uit de Scuderia wereldkampioen zal worden. De introverte, neurotische Amerikaan Phil Hill, die ’s avonds op zijn hotelkamer Russische klassieke muziek luistert, of de flamboyante Duitser Wolfgang Graf Berghe von Trips, met aan elke arm een blonde schoonheid. Op Monza zijn de Ferrari’s ongenaakbaar met hun extra pk’s achterin, zeker omdat er ook over de levensgevaarlijke kombaan wordt geraced.
In de tweede ronde van de race komt Von Trips voor de Parabolica op hoge snelheid in contact met de Lotus van Clark. De Ferrari wordt gelanceerd en maait als een dolle zeis door het publiek dat daar achter een dun hekje dicht langs de baan staat. Veertien toeschouwers en Von Trips zelf komen om. Von Trips, enig kind van verlopen Duitse adel, had dat weekend eigenlijk naar Amerika moeten vliegen voor een landbouwcongres – dat toestel stortte neer in de Atlantische Oceaan… De ietwat dromerige graaf inspireerde Chris Rea tot diverse songs en zelfs een film, La Passione. Hieronder zie je Von Trips tijdens het noodlottige weekend over Monza gaan.
Slipstreamen
De kombaan werd na 1961 niet meer gebruikt en ligt nu als een prachtig monument rondom het circuit. Ik ben er geweest en je wilt niet weten hoe stijl de oplopende wanden in de kuipbochten zijn. Je komt er slechts met grote moeite bovenop.
Het ongeveer vijf kilometer lange circuit door het park bleef over. Destijds nog zonder chicanes, zodat er op Monza enorme snelheden konden worden gehaald. Van levensbelang was daarbij het zogenaamde slipstreamen. Door dicht achter je tegenstander te gaan rijden kon je, gebruik makend van de aanzuigende werking van de rijwind achter je opponent, meer snelheid ontwikkelen en hem voorbij steken. Met de aerodynamisch supergevoelige auto’s van nu kan dat helaas niet meer – hoewel het op Monza nog wel eens wordt geprobeerd. Historisch is de race uit 1971, toen vijf coureurs elkaar ronde na ronde slipstreamend bevochten, tot aan de finish. Uiteindelijk won de Brit Peter Gethin, onder andere door zijn motor op de laatste meters genadeloos over de kop te jagen. Op de finishlijn bedroeg het verschil tussen de eerste drie coureurs 0,09 seconden!
Kathedraal
Monza wordt door Italiaanse diehards ook wel La Cattedrale di Formula Uno genoemd. Hier kan pas echt vol overgave worden geraced. Paardenkrachten zijn daarbij natuurlijk een eerste vereiste. Topsnelheden op de rechte stukken gaan tot over de 350 per uur. Even een paar cijfers. Monza kende de snelste race uit de geschiedenis: in 2003 reed Schumacher de zege naar huis met een gemiddelde van 247.585 km/u. Na een uur en een kwartier kon iedereen alweer naar huis!
Een jaar later reed Juan Pablo Montoya hier de snelste ronde ooit. Tijdens de kwalificatie ging hij rond met een gemiddelde van 262,242 km/u. Topspeed-records zijn inmiddels op de lange rechte stukken in Baku en Mexico neergezet, al staat Kimi Räikkönen met 370,1 km/u in 2005 op Monza nog altijd in de boeken.
Speed, speed… het ging in de loop der jaren veel te hard, zodat de organisatie zich genoodzaakt zag chicanes aan te leggen. Voor de Curva Grande, in de Vialonebocht en later op weg naar Lesmobochten. De chicanes zijn tegenwoordig de plek waar je moet inhalen, al kan dat ook wel eens mis gaan. In 1988 verslikte Ayrton Senna zich in de eerste chicane bij het dubbelen van Jean Louis Schlesser. Een dure misser, want Senna reed een gewonnen race en de race op Monza bleek achteraf de enige wedstrijd die McLaren dat jaar niet won! De race werd gewonnen door Gerhard Berger. In een Ferrari.
Een verloren race
Na het debâcle van Spa keek Max al niet vrolijk vooruit naar Monza: “Daar zijn we ook te langzaam.” Het verhaal van de ontbrekende paardenkrachten. Daarom pakt Red Bull er op Monza meteen maar een pak gridpenalties bij. Diverse onderdelen van de aandrijving in Max’ auto zullen worden gewisseld in ruil voor gridpenalties, dat wil zeggen dat Max een flink aantal startplaatsen achteruit moet.
Vettel pakte ooit zijn allereerste zege op Monza, in een Red Bull Deel deze quote
Op die manier echter zal Max optimaal uitgerust aan de start staan voor de race erna, in Singapore. Daar heeft Red Bull de beste kans van het seizoen om te scoren. Monza beschouwt men dan min of meer al als een verloren race. Toch, winnen kan ook met een mindere auto, maar dan moet het wel regenen in Monza – en dan is Monza niet echt Monza meer. Het was Sebastian Vettel die in 2008 zijn allereerste zege boekte met een Toro Rosso. Het was een enorme sensatie omdat het Italiaanse team in de jaren daarvoor nog had gevochten om te overleven, als Minardi.
Religie
Als Vettel wint in een Ferrari, explodeert Monza Deel deze quoteEr zal Vettel veel aan gelegen zijn zijn triomf te herhalen, maar nu in een Ferrari. Volgens Gerhard Berger, in 1988 winnaar in een Ferrari, is wat dan volgt werkelijk onbeschrijfelijk: “Monza explodeert. Je rijdt door een tunnel van gele vlaggen, Ferrari-vlaggen. Fans springen over de hekken, staan midden op de weg, dansen als Derwisjen, sommigen knielen op het asfalt. Veel coureurs dromen ervan om Formule 1 te rijden voor Ferrari. Heb ik ook gedaan. Maar pas wanneer je wint in een Ferrari op Monza, weet je waarvan je gedroomd hebt.”
Ferrari is meer dan zomaar een bedrijf dat luxe auto’s maakt. Meer dan een raceteam. Het zit met zijn geschiedenis en al zijn verhalen diep geworteld in de Italiaanse ziel. Ferrari is een religie. Zeker op Monza, waar Ferrari zoveel sporen heeft liggen. Al die triomfen, al die tragedies, al die sentimenten, blijf er maar eens koeltjes onder. Ik ben nooit een Schumacher-fan geweest, maar deze beelden kan ik niet zonder tranen in mijn ogen bekijken, en dat heeft alles te maken met de kleur van die auto én Monza.
Tranen gedroogd? Dan nog een clipje, als uitsmijter. Want op Monza moet je altijd oppassen, zelfs wanneer de race al afgelopen is en je over de finishlijn rijdt. Christian Fittipaldi lette even niet op en dan krijg je dit: