Numrush

Vooruitblikken op de Grand Prix van Spanje: Nu gaat het echt beginnen

De Grand Prix van Spanje is de eerste race van het seizoen in Europa. Nu gaat het echt beginnen. De teams nemen traditioneel een stapel updates mee naar het Circuit de Catalunya. Het team van Red Bull heeft zelfs een complete make-over van de RB13 beloofd. Kan Max Verstappen hiermee zijn huzarenstukje uit 2016 herhalen? Met die verrassende zege schaarde hij zich in elk geval in een rijke historie.

Fangio

De allereerste Grand Prix van Spanje vond al in 1913 plaats, vlak bij Madrid. Het was een race voor productie-auto’s, gewonnen door Don Carlos de Salamanca in een Rolls Royce. Barcelona echter prijkte als eerste op de officiële Formule 1-kalender, in 1951. Op de rand van de stad, in de wijk Pedralbes (vlakbij Camp Nou), was een circuit over de openbare weg afgezet. Het was de laatste en beslissende race van het seizoen.

De strijd om het kampioenschap ging tussen Juan Manuel Fangio in een Alfa Romeo en Alberto Ascari in een Ferrari. De snellere Ascari pakte meteen de leiding. Maar aan de rubberspatten op zijn vizier wist Fangio al snel dat hij de wereldtitel voor het grijpen had. Ferrari had voor de verkeerde banden gekozen en moest meerdere malen naar de pits. Fangio werd kampioen. Zo heel veel is er dus niet veranderd: de bandenkeuze speelde ook bij de zege van Max een belangrijke rol.

Barcelona vs Madrid

Zou er een onderwerp bestaan waarover Barcelona en Madrid elkaar niet in de haren vliegen? Toen Spanje in de jaren zestig weer een Grand Prix wilde organiseren wierpen beide steden zich op als gastheer. Bij Madrid werd een volledig nieuw circuit aangelegd door de Nederlandse circuitontwerper John Hugenholtz. Eerder tekende Hugenholtz al Zolder, Hockenheim en Suzuka.

Zou er een onderwerp bestaan waarover Barcelona en Madrid elkaar niet in de haren vliegen? Het circuit van Jarama, een krinkeling van nauwe, langzame bochten, werd nooit bijster populair bij de coureurs en toeschouwers. Racefans herinneren zich het circuit vooral van de spectaculaire vuurzee uit 1970. De beelden laten goed zien hoe volslagen amateuristisch er werd gedacht over de veiligheid bij deze destijds toch tamelijk brandgevaarlijke sport.

Gekkenwerk

Het circuit van Montjuich: Een levensgevaarlijk juweel. De coureurs waren er dol op, al beseften ook zij dat het gekkenwerk was. In Barcelona poetste men het circuit van Montjuich op. Op deze berg pal naast de stad werden in de jaren dertig al races gehouden met sterren als Nuvolari en Carraciola. Het circuit, bij het Olympisch stadion uit 1929, was een krankzinnige en tegelijk feëerieke rollercoaster langs paleizen en fonteinen, over zigzagweggetjes, springschansen en glooiende parklanen.

Een levensgevaarlijk juweel. De coureurs waren er dol op, al beseften ook zij dat het eigenlijk gekkenwerk was.

In 1975 ging het dan ook echt mis. In de week voor de Grand Prix poseerde Emerson Fittipaldi voor een zonnebrillenreclame op het circuit. De fotograaf vroeg hem een beetje relaxed plaats te nemen op een vangrail. Prompt kletterde de wereldkampioen met rail en al op het asfalt. De vangrails bleken op veel plaatsen niet of nauwelijks vastgeschroefd. Hier en daar was ijzerdraad gebruikt en soms zelfs dat niet.

In 1975 ging het dan ook echt mis. De coureurs werden gedwongen van start te gaan Toen het hele circus een week later arriveerde, was er nog niet veel veranderd. De coureurs weigerden daarom te rijden. Snel werd het parcours, met hulp van de teams, hier en daar opgelapt, maar de rijders hielden voet bij stuk. Tot de organisatie dreigde met een proces, waarbij alle auto’s en materieel zouden worden opgesloten in het stadion, dat als paddock dienst deed. Het risico dan ook de race in Monaco te missen, wilden de teams niet nemen. De coureurs werden gedwongen alsnog van start te gaan.

De race werd een doldwaze bots-operette, met een tragisch slot. Door de vele ongelukken reed ineens de Duitser Rolf Stommelen aan de leiding. Bij het oprijden van een beruchte springschans verloor hij zijn achtervleugel, de auto crashte en vloog over de gebrekkige vangrails in het publiek. Vier mensen kwamen om. Montjuich verdween voorgoed van de kalender.

Rivalen

Nadat eerst Jarama en later Jerez de Grand Prix van Spanje organiseerden, keerde de race in 1991 terug in Barcelona. Het moderne Circuit de Catalunya maakte de andere Spaanse circuits op slag hopeloos verouderd. En het doet nu al zesentwintig jaar dienst. Het begon ook meteen goed, met een onvergetelijke race.

Ayrton Senna en Nigel Mansell, de twee ultieme vechtjassen uit die jaren, gaven elkaar geen duimbreed toe.Met ruim 300 op de klokken denderden de rivalen wiel aan wiel over het lange rechte stuk. Het archetypische beeld van hoe racen hoort te zijn. Mansell won uiteindelijk de race. Senna werd dat seizoen nog net kampioen, want een jaar later stond er op de Williams van Mansell geen maat meer.

Even onvergetelijk is de geweldige inhaalrace van Michael Schumacher uit 1996. Na een mislukte start rolde Schumi in de stromende regen het hele veld op. Regelmatig reed hij drie, vier seconden per ronde sneller dan de rest, en passeerde zijn tegenstanders alsof ze geparkeerd stonden. Het was zijn eerste zege voor Ferrari.

Vijf jaar later won Schumacher opnieuw. Maar die zege kreeg hij in de schoot geworpen nadat Mika Häkkinen in de allerlaatste ronde met motorpech uitviel. Na afloop bood Schumacher meteen zijn verontschuldigingen aan. De race had Häkkinen toebehoord. Na zijn Formule 1-carrière noemde Schumacher altijd Häkkinen als zijn meest gerespecteerde tegenstander.

Testen

De race was regelmatig een optocht die de krachtsverhoudingen tussen de teams keurig weergaf. Het Circuit de Catalunya is in de loop der jaren min of meer het slachtoffer geworden van het eigen succes. De gevarieerde lay-out van snelle en langzame bochten, de hoge eisen die worden gesteld aan de banden, de gunstige ligging en, last but not least, het doorgaans mooie weer, maakten het tot het ideale testcircuit. Jaar in jaar uit worden er in Barcelona de traditionele wintertests gehouden. Met als gevolg dat de teams het circuit inmiddels kunnen dromen. Afstellingen, bandenslijtage, benzineverbruik, alles is vooraf bekend. Weinig verrassingen derhalve.

De race was regelmatig een optocht die de krachtsverhoudingen tussen de teams keurig weergaf. De lay-out van het circuit geeft coureurs en engineers wel de gelegenheid om de perfecte balans in de auto te vinden. Wie in Barcelona goed is, kan ervan uitgaan dat hij de rest van het jaar overal goed is. Toch kent de race in Spanje soms verrassingen. Zoals in 2012 toen crash-koning Pastor Maldonado zowaar de zege binnensleepte voor Williams.

De allereerste

Een nog grotere verrassing was de zege van Max Verstappen vorig jaar. Het was Max’ eerste optreden voor het team van Red Bull, en vooraf verklaarde hij dan ook dat hij vooral kilometers wilde maken om aan de auto te wennen. Natuurlijk kwam er wat geluk bij kijken.

In de eerste ronde kegelden de twee Mercedes-kemphanen elkaar van de baan, en daarna zette Red Bull Daniel Ricciardo op een – bleek achteraf – mindere bandenstrategie. In de slotfase hield Max, uiterst cool, de aandringende Ferrari van Kimi Räikkönen achter zich. Max’ banden waren behoorlijk versleten en de Ferrari leek wat meer snelheid te hebben, maar met een goede exit uit de laatste bocht voor start en finish zorgde Max dat Kimi in bocht 1 – de ideale inhaallocatie – steeds een paar meter te kort kwam voor een echte inhaalactie.

Wat een overwinning! Iedereen, niet alleen in Nederland, keek met open mond naar deze historische race. Met 18 jaar en 228 dagen was Max de jongste Grand Prix-winnaar ooit. De allereerste Nederlander die een Formule 1-Grand Prix won. En, het lijdt weinig twijfel, de eerste zege uit een lange reeks, al stelt het huidige seizoen het geduld van Max en zijn fans danig op de proef…

Afbeeldingen via Red Bull Content Pool / © Red Bull Media House & Wikimedia