“Als ik wakker word, open ik altijd als eerste Teletekst op mijn telefoon”, vertelde een vriend me laatst. Hij mag dan een ‘nieuwsjunk’ zijn, zoals hij zichzelf omschrijft, maar hij is niet de enige.
Elger van der WelWekelijks schrijft Elger van der Wel een column over innovatie in de journalistiek en media. Deze week schrijft hij over Teletekst.Teletekst is in de basis een compleet achterhaalde techniek, waarbij onzichtbare beeldlijnen in het tv-signaal gebruikt worden om pagina’s met informatie door te sturen. Elke pagina bestaat uit 24 regels, die 32 tekens bevatten. Dit kunnen karakters zijn of gekleurde blokjes, meer mogelijkheden hebben de makers niet.
Toen de NOS in 1980 begon met Teletekst was het een technologische doorbraak, maar inmiddels slaat het natuurlijk helemaal nergens meer op dat de omroep zo’n achterhaalde dienst aanbiedt. Desondanks bestaat Telektekst in Nederland, als één van de weinige landen, nog steeds – zelfs de BBC is ermee gestopt. Het medium heeft zelfs een compleet nieuw leven gekregen door de app die de NOS ervoor ontwikkelde. Deze is en blijft razend populair. En bijvoorbeeld in politiek Den Haag en in radiostudio’s hangen er nog steeds tv’s waarop 24/7 Teletekst aanstaat.
Krachtig format
Waarom? Als je er over na gaat denken is het eigenlijk best logisch. Bij Teletekst weet je namelijk precies wat je kunt verwachten. Op pagina 101 vind je 9 headlines: de 9 belangrijkse nieuwsitems van dat moment. Alleen bij groot nieuws wordt daarvan afgeweken. Achter die 9 headlines bevinden zich 9 artikelen die stuk voor stuk bestaan uit drie alinea’s. Elke artikel is compact en to-the-point, omdat het medium de makers daartoe dwingt.