Het was geen misselijke tegenwind die het Amerikaanse Fitbit te verduren kreeg nadat hun activity tracker Force uit de schappen moest worden gehaald na diverse meldingen van huidklachten. Het bedrijf greep de kans echter aan om het product niet alleen te repareren, maar ook beter te maken: de Fitbit Charge bleek een perfecte comeback.
Wat is een goede #WearableWednesday zonder de aanwezigheid van de absolute nummer 1 in de markt op het moment? Het Amerikaanse Fitbit heeft op dit moment maar liefst 68% van de markt voor activity trackers in handen met een assortiment van zeven verschillende wearables. Dat waren er dus misschien wel acht geweest.
The Comeback Kid
Fitbit had in 2013 de vaart er lekker in: het bedrijf liep mijlenver voor op de concurrentie met hun activity trackers. Nike kreeg de handen nauwelijks op elkaar voor de FuelBand, terwijl Jawbone zichzelf al aan het begin van de strijd in de voet had geschoten met hun eerste UP armbanden, die nauwelijks bleken te werken.
Toch was er geen reden voor het Amerikaanse Fitbit om achterover te leunen. Het lanceerde sinds 2011 jaarlijks twee nieuwe modellen, lanceerde weegschalen en apps – alles om het klantenbestand verder uit te breiden. Die scherpte had het bedrijf in 2014 en begin dit jaar dan ook meer dan nodig, toen bleek dat honderden klanten wereldwijd melding maakte van een huiduitslag, ontstaan bij het dragen van het nieuwste model, de Force.
Dat model verdween al snel uit de schappen en werd in de herfst van 2014 vervangen door de Fitbit Charge. Beter, iets uitgebreider en vooral: minder nikkel, want die zou verantwoordelijk zijn geweest voor die uitslag.
Eindelijk een display
Niet dat de problemen met huiduitslag helemaal voorbij zijn. Ook de Charge en zijn grotere broer Surge schijnen nog tot irritatie kunnen leiden, al zijn de klachten slechts sporadisch.
Fitbit adviseert dan ook om in dat geval de trackers iets minder vaak en lang om te houden. Overigens hebben we het bandje intensief gedragen tijdens sporten, douchen, slaap en werk zonder enige last te ondervinden.
We kunnen de Fitbit Charge met recht een goede opvolger van de Force noemen. Deel deze quoteWe kunnen de Charge dus met alle recht een goede opvolger van de Force noemen. Sterker nog, het armbandje is nog verder uitgebreid qua functionaliteiten. Het opvallende element is het display: eindelijk laat Fitbit de knippendje LEDjes van de Flex definitief achter zich en zien we een helder OLED display.
Dat display laat je zien hoe laat het is, hoeveel stappen je hebt gezet, hoeveel calorieën je hebt verbrand, hoeveel kilometer je hebt afgelegd en hoeveel trappen je hebt gelopen. Aanvullend heeft de Fitbit Charge ook de mogelijkheid om te koppelen met je smartphone en je te laten zien wie er belt. That’s it: geen smsjes lezen of opnemen via de armband, maar wel snel kunnen zien of het de moeite is om je telefoon überhaupt uit je zak te halen.
Comfort en energiezuinig
De toevoeging van een display kan natuurlijk wel weer zijn nadelige effecten hebben op de batterijduur. En dat was nu precies waar Fitbit al jaren het verschil maakte, gemiddeld gaan de trackers van Fitbit zo’n 7-9 dagen mee op een volle batterij.
De Fitbit Charge gaat maar liefst 9 dagen mee op een volle batterij Deel deze quoteTot onze verrassing was dat bij de Charge niet anders, sterker nog: de Fitbit Charge ging een volle 9 dagen mee alvorens hij weer eens aan de lader moest. Dat is het gevolg van een goeie batterij, maar ook een automatisch uitschakelend display: je zult dus telkens op een knop moeten drukken of dubbeltappen op het display om te zien hoe laat het is.
Gedurende de dag zul je overigens nauwelijks merken dat je de Charge draagt. Het siliconen armbandje is licht en zorgt geen moment voor irritatie tijdens het dragen. Het grootste obstakel van de armbandjes van Fitbit heb je dan gelukkig ook al gehad: de sluiting van de Charge kennen we al van de Flex. Maar waar de Flex nog wel eens spontaan losliet, blijft de Charge keurig op zijn plek.
Minder nauwkeurig
Misschien wel de grootste kracht van Fitbit over de jaren is de accuratesse van hun hardware. Van de Zip en Ultra was bekend dat ze veruit het meest precies je gezette stappen wisten te meten en ook de Flex scoorde hoog in aanzien.
Verbazingwekkend genoeg scoorde de Charge net iets minder accuraat tijdens het sporten dan zijn voorganger. Hoewel het verschil minimaal bleek, is het op zijn minst opvallend wanneer je je realiseert dat de hardware en algoritmes juist alleen maar beter zijn geworden de afgelopen jaren.
Daarnaast is de Charge – net als zijn voorgangers – overduidelijk een activity tracker voor alledaagse activiteiten. De polsband meet lang niet alle sporten, dus wees niet verrast als je na een stevig potje yoga de melding krijgt dat je niet bijzonder actief bent geweest.
De absolute nummer één
Die lichte afwijking mag echter niets af doen aan het feit dat de Charge een perfecte aanvulling is in het assortiment van de absolute nummer één in de markt.
De Charge is geen tracker voor fanatieke sporters (zoals de vorige week besproken Fit Smart of zijn grote broer Surge), maar een perfecte tracker van je dagelijkse activiteit. Voor iOS gebruikers zal wellicht de ontbrekende koppeling met Health nog een minpuntje zijn. De toevoeging van het OLED display daarentegen maakt het armbandje functioneel een stuk interessanter dan zijn voorgangers, al hoef je je goed werkende Flex absoluut niet zomaar uit het raam te gooien.
Met een prijskaartje van rond de €140 is de Fitbit Charge geen goedkope wearable, maar ben je opzoek naar een activity tracker met een goede app die je dagelijkse activiteit op een prettige manier registreert en in kaart brengt, kun je eigenlijk niet om de Charge heen.
