Mag je baas nou wel of niet je WhatsApp-berichten lezen? Als je het aan de Europese rechter vraagt wel. In een rechtszaak heeft het Europese Hof van Mensenrechten geoordeeld dat een Roemeens bedrijf persoonlijke berichten van een werknemer in de gaten mocht houden in 2007.
In 2007 werd het berichtenverkeer van een werknemer bij het Roemeense bedrijf in de gaten te houden, om te zien of hij wel aan het werk was. Dat is volgens de Europese rechter niet onredelijk:
Het hof vindt het redelijk als een werkgever wil nagaan of een werknemer ook professioneel aan het werk is tijdens kantooruren.
Een bedrijf moet volgens de rechter wel transparant zijn over het bijhouden van privéverkeer op de werkvloer.
De rechtszaak werd aangespannen door Bogdan Mihai Bărbulescu, een werknemer die in 2007 beweerde met zakelijke contacten te communiceren via Yahoo Messenger. Zijn werkgever bewees echter het tegendeel en toonde een 45 pagina’s tellend document met al Bărbulescu’s chatverkeer. Hierin zaten ook persoonlijke gesprekken tussen de aanklager en zijn verloofde, onder andere over medische problemen.
Had Bărbulescu direct gezegd dat hij privégesprekken voerde, dan was het volgens de rechter misschien anders gelopen:
De werkgever geloofde dat de werknemer zijn Yahoo Messenger-account enkel zakelijk gebruikte en ging daarvan uit bij het inloggen bij de dienst. Hij had immers beweerd dat hij hiermee cliënten adviseerde.
Bărbulescu werd ontslagen, maar vlak daarvoor lekte zijn collega’s het document. Hierdoor kon iedereen zijn persoonlijke informatie bekijken.
De rechter oordeelt over zaken die vallen onder het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, wat betekent dat de uitspraak effect heeft in alle landen die hieronder vallen. Het oordeel heeft hierdoor ook een invloed op Nederland en België.