Mocht je binnenkort in Brabant komen, kijk dan niet raar op als er opeens een autonome auto naast je rijdt. Het traject van ongeveer 70 kilometer tussen Tilburg en Helmond wordt namelijk een testroute voor deze auto’s, schrijft het AD. Onder meer de A58 is onderdeel van dat traject. Het is voor nu echter niet duidelijk wanneer we de eerste autonome auto’s op het traject kunnen zien.
Niet alleen auto’s, maar ook vrachtwagens die dankzij een onderling wifi-netwerk in colonne rijden worden er getest. Daarnaast worden er proeven uitgevoerd met verkeerslichten die met aankomend verkeer praten. Reden voor het traject is dat bedrijven hun voertuigen goed kunnen testen op verschillende wegen. Mocht er meer ruimte nodig blijken te zijn, dan kan het traject later nog uitgebreid worden naar Breda en Den Bosch.
Probleem met het testen van zelfrijdende auto’s is echter dat er veel regels zijn die de ontwikkelingen in de weg staan, vindt minister Melanie Schultz van Verkeer. Zo moet de bestuurder volgens het verdrag van Wenen uit de jaren ’60 “te allen tijde de controle houden over zijn voertuig of dier”. Een auto zelf laten rijden mag dus eigenlijk niet.
Regels aanpassen
Schultz wil de regels dan ook vervangen door een vervoerswet die klaar is voor zelfrijdende auto’s, maar ook voor andere innovatieve plannen als de Hyperloop. “Het onderscheid tussen vrachtvervoer, personenvervoer en openbaar vervoer moet daarin verdwijnen. En geen vastliggende regeltjes over hoe alles moet, maar doelen die we willen bereiken”, zegt ze tegen het AD.
Het is niet toevallig dat ze nu dit idee openbaar maakt. De politieke partijen zijn immers druk bezig met de kabinetsformatie en praten over diverse investeringen voor het verkeer. Zij maken zich echter zorgen over investeringen voor het spoor of asfalt. Nuttig, maar volgens Schultz niet het juiste onderwerp om over te discussiëren. “Mensen willen zo makkelijk mogelijk van A naar B. Ze kopen straks vervoer in en willen met één betaalsysteem soepel overstappen van het ene vervoersmiddel naar het ander. Dus moeten we niet te veel in hokjes denken.”