Sinds de Amerikaanse presidentsverkiezingen is nepnieuws een hot topic. Op Facebook en Google kwam flinke kritiek, omdat zij deze neppe nieuwsberichten zouden verspreiden via hun platform en zoekmachine. Ondertussen hebben zij flink wat maatregelen genomen en ook media in het buitenland zijn er druk mee in de weer. Maar ook in Nederland komen er verkiezingen aan waar deze verhalen invloed op kunnen hebben. Wat doen de media- en techbedrijven er hier aan?
Nepnieuws heeft in meerdere landen al flink wat teweeg gebracht. Om die reden zijn er dan ook diverse maatregelen genomen. Zo werkt Facebook in Duitsland samen met het onderzoeksbureau Correctiv om te controleren of verhalen die op het platform circuleren wel echt zijn. In Frankrijk zijn het de media, waaronder Le Monde en persbureau AFP, die nieuws op Facebook controleren.
En Nederland dan? “Op dit moment is er nog geen nieuws over een dergelijk programma in Nederland”, vertelt Tineke Meijerman, communicatiemanager bij Facebook Benelux. “Maar we kijken bij Facebook wereldwijd of we in ieder land dergelijke samenwerkingen kunnen aangaan.” Zoals het er nu uitziet hoeven we dus niet te hopen op een dergelijk programma van het sociale medium voordat we naar de stembus gaan.
Ook Google houdt zich bezig met nepnieuws. In Frankrijk werken diverse media namelijk ook samen met een dienst genaamd CrossCheck, een initiatief van de First Draft News Coalition, met hulp van het Google News Lab. Hiermee kunnen gebruikers vragen indienen en informatie verzamelen van zestien Franse mediapartners. Rachid Finge, woordvoerder van Google Nederland, zegt echter dat ook dit project op dit moment niet naar Nederland komt.
Toch heeft Google wel andere oplossingen voor nepnieuws, stelt Finge. Hoewel je bij sociale media berichten in je tijdlijn ziet waar je niet om vraagt, zoek je bij de zoekmachine gericht en ontvang je meerdere resultaten tegelijkertijd. “Een blauwe link naar nepnieuws zal al gauw omringd worden door negen links die iets anders beweren.”
En de internetgigant traint journalisten in Europese landen via Google News Lab op het gebied van nieuwsverificatie op het internet. “Verder heeft ons Digital News Initiative een Innovation Fund, dat in drie jaar tijd 150 miljoen euro uitkeert aan projecten die via technologie de journalistiek verbeteren. Enkele van die projecten hebben als doel om nepnieuws en andere hoaxes te bestrijden”, aldus Finge.
Tot slot heeft Google recentelijk het zogenaamde factcheck-label ingesteld in diverse landen. In Google News zie je bij diverse berichten van nieuwsorganisaties een label. De internetgigant kijkt of de pagina van het artikel bepaalde tags bevat en controleert of een bericht wel waar is. Zo ja, dan komt er een factcheck-label bij. Deze dienst is nu nog niet beschikbaar in Nederland.
Het is gebruikelijk dat nieuwe functies en diensten van grote Amerikaanse techbedrijven pas na een tijdje in Nederland beschikbaar komen. Blijkbaar zijn de Tweede Kamerverkiezingen in de ogen van deze bedrijven niet van dusdanig belang dat we op dit moment worden voorgetrokken als het gaat om de uitrol van de anti-nepnieuwsmaatregelen.
En de media dan?
De vraag die regelmatig wordt gesteld is in hoeverre bedrijven als Facebook en Google daadwerkelijk verregaande maatregelen zouden moeten nemen in de strijd tegen nepnieuws. Minister Plasterk maakte eind vorige maand een goed punt: de verantwoordelijkheid voor het bestrijden van nepnieuws ligt (in ieder geval deels) bij de media zelf. Dus wat doen de media dan eigenlijk?