Ubisoft heeft na twee jaar weer een nieuw deel in de Assassin’s Creed-saga toegevoegd. Deze keer speel je als de Noorse Eivor – in mijn geval een vrouw – die met haar clan naar Engeland afreist om daar een bestaan op te bouwen. Dit nieuwe deel – dat de naam Assassin’s Creed Valhalla draagt – is zonder twijfel opnieuw een ijzersterke game. Maar we verliezen hierin wel wat van de banden met de basis waar de reeks ooit mee begon.
Het verhaal van Assassin’s Creed Valhalla is al direct een gigantisch pluspunt. Zoals gezegd speel je als Eivor – waarbij je zelf de keuze hebt of dat een man of een vrouw is – wie in Noorwegen opgroeide. Ze (ik speelde als vrouw) verloor op jonge leeftijd haar ouders en werd geadopteerd door de koning van een andere clan. Nu ze volwassen is, reist ze samen met haar broer Sigurd af naar Engeland ten tijde van de Middeleeuwen, waar al veel Noren en Denen zitten. Het doel: de Raven Clan groter maken dan ooit, vriendschappen sluiten met andere dorpen en vijanden van kant maken.
Vaardigheden zoeken
Assassin’s Creed Valhalla is net als de twee eerdere games een open world RPG (Role Playing Game, red.), maar gaat daarin nog weer een stap verder dan in Origins en Odyssey. De zogeheten skill tree was in Odyssey nog redelijk beperkt en gaf je vooral nieuwe abilities. Dat is in Valhalla anders. Hier kun je kiezen uit drie routes, maar je ziet slechts maar een beperkt deel van het eindeloze web van mogelijkheden. Pas na het kiezen van een paar perks zie je weer een nieuw deel van dat web en welke voordelen dat deel je biedt. Zo kun je meer health krijgen, meer damage of specifieke extra perks vrijspelen, zoals vijanden automatisch laten oplichten als je gehurkt rondloopt.
Het nadeel hiervan is dat je geen flauw idee hebt wat je allemaal vrij kunt spelen en hoe je daar dan precies terecht komt. Het is dus soms ook een beetje gokken. En voor mensen die skill trees niet gewend zijn, kan het immens grote web behoorlijk imponerend zijn. Maar het systeem werkt uiteindelijk fantastisch: je bepaalt zelf je speelstijl en je hebt heel veel mogelijkheden, ook omdat je constant punten binnentrekt om weer uit te geven. En als je ergens niet tevreden mee bent, kun je je skill point ook weer terug claimen en ergens anders aan uitgeven.
Als we het nu dan toch over vaardigheden hebben: de bekende abilities uit het spel – denk aan speciale aanvalsmogelijkheden – krijg je nu niet via de skill tree. In Valhalla krijg je die via zogeheten Books of Knowledge die door de hele wereld heen verspreid liggen. Vaak moet je ze uit sterk verdedigde gebieden halen of uit een labyrinth onder de grond. Dat heeft als voordeel dat je extra gedwongen wordt om het land te gaan verkennen, en dat is een belangrijk onderdeel van Assassin’s Creed. Daarentegen vind ik wel dat het spel dit iets duidelijker aan had mogen geven: als je dit niet weet als je begint met spelen, duurt het behoorlijk lang voordat je erachter komt. Tot die tijd is het vechten behoorlijk saai en standaard.
Mijn tip: ga snel zoeken naar die boeken! Overigens is dat niet per se ingewikkeld: de Books of Knowledge worden net als zeldzame recourses, wapens en armor als Wealth aangegeven op je kaart, samen met Artefacts en Mysteries. Je hoeft dus niet meer eindeloos te zoeken naar alle grote loot, maar kunt het allemaal direct markeren op je kaart.
Eindeloze wereld
Zoals gezegd is Assassin’s Creed een open world-spel, en dat merk je absoluut. Zelfs in het begin van het spel – als je nog in Noorwegen zit – kun je eindeloos veel verkennen. Je kunt dan ook gemakkelijk 15 uur van het spel in Noorwegen doorbrengen, voordat je überhaupt naar Engeland vertrekt. En ook in Engeland – dat is opgedeeld in vier koninkrijken, namelijk Mercia, East Anglia, Northumbria en Wessex – is er eindeloos veel om te ontdekken. De kaart zit vol met punten waar Wealth ligt, waar Artefacts zijn of waar een Mystery te vinden is. Je kunt uren doorbrengen in de bergen en alle punten afgaan, en zo steeds weer een verrassend verhaal tegenkomen, zelfs al speel je de main story line even niet.
In het hart van die wereld ligt je eigen dorpje: Ravensthorp. Net als in eerdere games – zoals Assassin’s Creed II – kun je dat dorp opbouwen en vullen met nieuwe gebouwen. Zo kun je een blacksmith toevoegen, evenals een winkeltje en een Hidden Ones-bureau. Hoe meer gebouwen je toevoegt, hoe groter en bekender je dorp wordt en hoe meer je in de wereld kunt doen. Bovendien kun je hier de dingen die je verzamelt inruilen voor beloningen, en pak je hier allerlei nieuwe quests op. En ja, natuurlijk zijn er ook wat mini-games te vinden.
Om je dorp te laten groeien, heb je echter wel allerlei spullen nodig. Die spullen verzamelen is een belangrijk onderdeel van het spel: je moet op raids gaan, bij voorkeur bij een klooster. Dat betekent dat je in je longboat springt, met je crew ergens heen vaart en vervolgens binnenvalt. Het ouderwetse rondsluipen is er dus niet bij, want bij deze raids ren je axe first de strijd in. Je bent dus vooral echt aan het vechten.
Is het nog Assassin’s Creed?
Juist die nieuwe strategie maakt dat Valhalla veel minder verbinding heeft met waar de spellenreeks ooit begon dan de eerdere games. Assassin’s Creed draaide vroeger om eindeloos rondsluipen in een stad, om vervolgens je doel te vermoorden met een sluipaanval. Dat element is in de afgelopen games steeds meer verdwenen, maar speelde toch vaak nog wel een rol. In Odyssey kon je nog altijd door grote steden sluipen en op zoek gaan naar zwakke plekken in een fort. Als je het goed deed kon je alle soldaten uitschakelen zonder dat iemand door had dat je er überhaupt was.
In Valhalla is deze mechanic ook nog wel aanwezig, maar veel minder sterk. Je kunt nog steeds door gebouwen en steden sluipen, en zo een voor een de soldaten uitschakelen. Maar vaak is dat geen doel op zich. Ik vind het zelf erg leuk om een heel fort leeg te halen zonder dat de soldaten me opmerken, maar het is absoluut niet nodig. Je kunt ook je crew meenemen en gewoon naar binnen rennen. Dan versla je ze ook, en waarschijnlijk ook nog een stuk sneller. Hoe erg je dat vindt, is natuurlijk persoonlijke smaak.
Een ander deel uit de eerdere games wat hier wat minder in naar voren komt, is de strijd tussen de Assassins (of: Hidden Ones) en de Order of the Ancients (of: Templars). Deze strijd lag altijd aan de basis van de games, maar komt in Valhalla in het begin nauwelijks naar voren. De Assassins worden wel genoemd en het is duidelijk dat er een Order is die de boel verstierd, maar het echte gevecht zie je niet. Je hebt dan ook geen grote vijand die aan het begin van de game al duidelijk is. In tegenstelling tot de eerdere games werk je meer van missie naar missie, met als doel de Raven Clan zo groot en veilig mogelijk te krijgen.
Dat betekent echter niet dat het verhaal er niet is. Zowel de Assassins als de Order zitten in het hoofdverhaal verborgen en worden vaak wel terloops genoemd. Als je verder komt in de game komt het verhaal ook weer meer naar boven, net als de meningsverschillen tussen Eivor en Sigurd. De losse verhalen die je in de missies hebt gespeeld komen zo meer bij elkaar en vormen iets groters. Dat levert een prettige, natuurlijke ontwikkeling op, al miste ik in de beginuren die strijd uit de eerste games wel.
Overal bugs
Het jammere van Assassin’s Creed Valhalla is wel dat het spel behoorlijk wat bugs bevat. Ik ben tijdens het gamen meer dan eens doodgegaan omdat Eivor ergens achter bleef hangen tijdens een gevecht, heb meermaals moeten fast travellen omdat ik vast zat in bijvoorbeeld een dak, en het spel is zelfs een paar keer met een ‘unexpected error’ uitgevallen. Nu moet ik zeggen: dit is niet per se verrassend voor Assassin’s Creed. Ook eerdere games hadden regelmatig bugs. Maar het is behoorlijk vervelend als je middenin een gevecht vastzit en doodgaat.
Een ander terugkerend puntje van irritatie bestaat uit de laadschermen. Wie Assassin’s Creed eerder heeft gespeeld, weet dat je eindeloos naar laadschermen zit te kijken. Niet alleen kom je ze regelmatig tegen, het laden zelf duurt ook ontzettend lang. Hoewel de laadtijden minder lang zijn dan bij eerdere spellen, zul je meer dan eens zuchtend naar je scherm zitten te kijken.
IJzersterke game
Ondanks die bugs en lange laadschermen is Assassin’s Creed weer een ijzersterk spel in de reeks. Wat mij betreft zelfs een van de sterkere versies (al ben ik door mijn voorliefde voor het oude Griekenland ook érg groot fan van Odyssey). Valhalla levert je prachtige beelden waar je je over kunt blijven verbazen. Engeland biedt namelijk niet alleen een mooie omgeving om in rond te lopen, maar de ontwikkelaars hebben ook echt hun best gedaan om het allemaal zo goed mogelijk in beeld te brengen. Beelden zitten vol met mooie details en prachtige kleuren, waardoor je soms de neiging hebt om eindeloos vanaf een berg voor je uit te gaan kijken.
Maar ook de game zelf is gewoon sterk. Het verhaal is leuk en interessant, er zitten eindeloos veel leuke quests in en zelfs na 50 uur ben je nog enthousiast aan het rondrennen in het prachtige Engeland (of Noorwegen, of Asgard). Ook dan heb je namelijk nog lang niet alles ontdekt. Bovendien maakt Eivor een ontzettend interessante ontwikkeling door en is het tof om alle verhaallijnen bij elkaar te zien komen.
Ik moet toegeven: ik ben een erg groot fan van de eerste games van Assassin’s Creed en vind het jammer dat de gameplay en het onderliggende verhaal over de Templars en de Assassin’s wat meer verdwenen zijn. Daarentegen is Valhalla bewaart Valhalla net genoeg om het toch nog Assassin’s Creed te maken, en is het zo’n tof spel dat je eindeloos blijft spelen. Een echte hit dus, zelfs voor een fan van het eerste uur.
Assassin’s Creed Valhalla werd gespeeld op een PlayStation 4. Het spel is beschikbaar voor PlayStation 4, PlayStation 5, Xbox One, Xbox Series X en Series S, Stadia en PC. Het spel is onder meer te koop bij Bol.com en Coolblue.