“Uncanny Valley” toont de hoogte- en dieptepunten van leven in Silicon Valley

Na jaren van tomeloze groei en grenzeloos vertrouwen lijkt het utopische wereldbeeld dat slimme (internet)technologie voor ons zou creëren sinds een aantal jaar steeds verder weg. Voor diegene die nog een laatste restje hoop hadden, is Anna Wieners Uncanney Valley een bijzonder ontnuchterende ervaring.

Voor velen zullen de verkiezingen voor het Amerikaanse presidentschap in 2016 – en de rol van sociale media daarin –  het eikpunt zijn. Het moment dat ‘we ons met zijn allen’ realiseerde dat al die grote technologiebedrijven niet alleen maar op een positieve manier hun bijdragen leveren aan onze wereld.

Ook in de literatuur is sinds de jaren ’10 een trend te zien. Ernest Cline plaveide een pad midden in het hart van de pop cultuur met Ready Player One, Eggers kwam daar overheen met The Circle en recent waren daar ook al de bescheiden hits The Warehouse en I Still Dream.

Fictie, die zich dicht tegen de werkelijkheid aan nestelt en ons een pertintent gevoel van onbehagen wil opleggen als het gaat om het gebruik van de gereedschappen die we krijgen aangeboden door grote tech-bedrijven.

Nieuwe economie

Maar Anna Wieners memoires in Uncanny Valley zijn geen fictie, hoogstens een wat soepeler uitgeschreven notitieblok vol anektdotes en ervaringen van een jonge werknemer in het epicentrum van technologische innovatie in de 2010’s: San Francisco. De New Yorkse start in 2013, net afgestudeerd,  als jonge twintiger bij een start-up in haar woonplaats.

Op dat moment is er aan de andere kant van het land al een hele nieuwe economie aan het opbloeien. Niet dat Wiener dat doorhad, zo beschrijft ze zelf. Amazon had zijn online winkel verder uitgebouwd en bemoeide zich intussen met boeken, Facebook veranderde de definitie van de term ‘sociaal’ met de dag en met grote regelmaat werden veelal jonge ondernemers werden bergen met geld toegestopt met het idee dat hun app of webservice de wereld kon gaan veranderen.

Niet dat je de namen van betrokken partijen ooit zo terug zult lezen inUncanny Valley. Wiener heeft er voor gekozen om alle bedrijven onder een eigen beschrijving te benoemen. Zo is Amazon de ‘online superstore’, Microsoft ‘het software conglomeraat uit Seattle’ en Facebook ‘het sociaal netwerk dat iedereen haat’.

Maatschappelijke impact

We volgen Wiener vanaf haar eerste dagen bij de New Yorkse startup, waar ze uiteindelijk al vrij snel wordt ontslagen. Maar Wiener is getriggerd door een alsmaar voorwaartse gedachten die de tech start-ups in zich lijken te hebben en gaat al vrij snel aan de slag voor een data analyse platform in San Francisco.

Vanaf het moment dat Wiener haar eerste stappen zet in in ‘The Valley’, zien we haar regel voor regel veranderen. Gepakt door het virus, een eigen cultuur, zoals ze het zelf omschrijft. Een manier van werken en leven die niet alleen zijn effecten heeft op de bedrijven in de stad, maar ook op de inwoners van de stad en uiteindelijk de stad zelf. Nog altijd zucht San Francisco onder de enorme bedragen die gevraagd worden op de woningmarkt en de daklozen als gevolg van deze druk.

Ondanks het feit dat Weiner uitgebreid de tijd neemt om de maatschappelijke impact van alle start-ups in San Francisco te beschrijven, is het slechts een passage in een boek dat bol staat van anekdotes rond nietsontziende bazen, sexuele intimidatie en dichterlijke vrijheid met privacy.

Politieke macht

Wiener staat tijdens haar jaren in de Valley midden tussen alle ontwikkelingen die de keerzijde van alle technologische ontwikkelingen laten zien. Snowden’s openbaringen, Gamer Gate, Pizza Gate en de rol van fake news tijdens de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2016.

Naamate het boek vordert en Wiener ouder wordt, is ze beter in staat deze ontwikkelingen te herkennen voor wat ze zijn. Wiener is intussen geland bij populair open-source platform Github en probeert daar haar meest feministische kant te laten zien. Maar tegelijkertijd trekt The Valley haar ook een andere kant op, een kant waarin ze vooral wil laten zien hoeveel meerwaarde ze heeft voor het bedrijf.

Als Wiener in 2015 met het gelijknamige, ietwat aangedikte, essay voor N+1 de basis legt voor dit boek, beschrijft ze al een wereld die van geheimhoudingsclausules aan elkaar hangt. Als we in het boek 2018 in zicht krijgen, is het Wiener duidelijk dat de meeste innovators in Silicon Valley niet iets willen repareren wat stuk is, maar op zoek zijn naar een eigen, politieke machtspositie. “Wij zijn de overheid nu”, zo stelt een collega tegenover haar tijdens een event.

En terwijl in Silicon Valley nieuwe generaties jong ondernemens blijven dromen over nieuwe werelden en de politieke machten die daarbij in het verschiet liggen, zijn de schellen bij Wiener definitief van de ogen gevallen: “De nieuwigheid is er af; het doordringende idealisme van de industrie werd steeds dubieuzer. Tech was voor het grootste deel geen vooruitgang. Het was gewoon zakelijk.”

Uncanny Valley van Anna Wiener (januari 2020, 304 pagina’s) is onder andere te koop bij Bol.com en Amazon