Het meest schokkende aan de documentaire Drone is misschien wel de manier waarop het Amerikaanse leger jonge gamers rekruteert. Rijen en rijen puistige jongens zitten achter computerschermen oorlogsgames te spelen. Een ernstig kijkende hoge militair inspecteert de troepen. Gamers ontwikkelen de juiste skills om een precisiebombardement te verrichten, legt een geïnterviewde uit.
De vervlechting van het oorlogsapparaat en de entertainmentindustrie gaat nog verder: het Amerikaanse leger brengt videogames op de markt die de spelers alvast laat wennen aan het besturen van drones. Geen wonder dat de jonge soldaat die in Drone aan het woord komt, dacht dat hij een droombaan kan had gevonden: de hele dag gamen! Het duurde even voordat hij in de gaten kreeg dat hij geacht werd echte mensen te vermoorden.
Grove schending mensenrechten
Drone wordt aangekondigd als een ‘J’accuse’ van de Noorse regisseur Tonje Hessen Schei. Ogenschijnlijk houdt Hessen Schei zich op de vlakte. Ze gebruikt geen voice-overs, maar laat slachtoffers, daders en drone-experts aan het woord over het wapen dat in het afgelopen decennium de grootste verandering in oorlogsvoering heeft veroorzaakt.
De interviews maken duidelijk dat drone-aanvallen voornamelijk heel veel slachtoffers maken waarvan Amerika helemaal niet weet of het om burgers gaat, omdat de doelwitten überhaupt onbekend zijn. Een drone-bestuurder, ver weg op een Amerikaanse legerbasis, drukt op een knopje als zijn meerdere hem dat opdraagt. De psychologische afstand tussen degene die vermoedt dat het onbemande vliegtuig een terrorist in de peiler heeft, de bestuurder en het doelwit is zo groot, dat niemand zich verantwoordelijk lijkt te voelen voor de juistheid van de beslissing. Doordat de opdrachtgever van drone-aanvallen de CIA is, hoeft er geen verantwoording over worden afgelegd.
Hessen Schei weet overtuigend aan te tonen dat Amerikaanse drone-aanvallen een grove schending van de mensenrechten zijn. Je hoeft je alleen maar voor te stellen dat bijvoorbeeld Iran op een dag potentiële vijanden op de stoep voor hun Amerikaanse of Nederlandse huis elimineert (een kwestie van tijd; het aantal landen dat drones bezit, is inmiddels 87), om te begrijpen dat de huidige gang van zaken onaanvaardbaar is.
Algoritmes en robots in oorlog
Drone is een visueel en auditief overrompelende ervaring. Net als zijn protagonisten weet Hessen Schei precies hoe ze middelen uit de entertainmentindustrie moet inzetten om haar boodschap kracht bij te zetten. Hoe overtuigend zijn pleidooi ook is, het laat ook ruimte voor vragen: hoe zou Al Qaida worden bestreden als Amerika niet over drones beschikte? Met ouderwets smerige en nog minder precieze wapens? Als er dan toch oorlog gevoerd moet worden, zijn drones dan niet het minst kwade van het kwade?
Of is oorlogvoeren vanuit een luie stoel per definitie onaanvaardbaar? Zit het echte gevaar niet bij de man die een order geeft, terwijl hij niet zeker weet welke persoon de drone in het vizier heeft? En als de mens de zwakste schakel is, wat dan te denken van de voorspelling dat algoritmes binnenkort zullen bepalen wie er moet worden vernietigd?
Nog even en de robots vechten oorlogen voor ons uit, voorspelt Drone. Terwijl de techniek zich exponentieel ontwikkelt, zoeken de menselijke instituten in lineair tempo naar een antwoord. Drone stelt een beangstigend vooruitzicht.
Drone
Tonje Hessen Schei • Noorwegen/ Denemarken, 2014
Drone draait nog op het IDFA op zaterdag 29 november en zondag 30 november, maar beide voorstellingen zijn uitverkocht.