Facebook, Twitter, Google en Microsoft beloofden in mei mee te werken met de nieuwe regels van de EU over online bedreigingen en discriminatie. Maar de Europese Commissie is duidelijk nog niet tevreden. Ze zegt namelijk dat techbedrijven sneller moeten optreden tegen dit soort haatberichten, schrijft de Financial Times.
De richtlijnen van een half jaar geleden stelden dat de bedrijven die akkoord gingen binnen 24 uur op zouden treden tegen hatelijke of kwetsende berichten. Maar in realiteit lukt dit lang niet altijd, stelt de Commissie. Slechts veertig procent van de gemelde haatberichten wordt binnen 24 uur bekeken, blijkt uit onderzoek in opdracht van Eurocommissaris Věra Jourová (Justitie). De techbedrijven zien tachtig procent van de gemelde berichten binnen 48 uur.
“De laatste weken en maanden hebben laten zien dat sociale media moeten leven naar hun belangrijke rol en hun deel van de verantwoordelijkheid moeten nemen als het gaat om online radicalisatie, illegale verspreiding van haat en nepnieuws”, aldus de Eurocommissaris. Facebook, Twitter, Google en Microsoft hebben echter nog niet gereageerd op de berichtgeving.
De Europese Commissie wil mogelijk strengere wetgevingen instellen voor het probleem. Willen de tech-giganten dit voorkomen, dan moeten ze van Jourová bewijzen dat ze beter met de gemelde berichten kunnen omgaan. Volgens de belangenorganisatie European Digital Rights zijn de huidige richtlijnen bovendien te onduidelijk, waardoor ze door iedereen anders geïnterpreteerd en toegepast kunnen worden.