Nieuwe auto’s van Europese autofabrikanten moeten vanaf 2019 onderling met elkaar kunnen communiceren. Door samen te werken aan één standaard om data uit wisselen kunnen auto’s van verschillende merken elkaar op de hoogte stellen van verkeerssituaties en -omstandigheden.
Daarnaast moeten de auto’s ook met de infrastructuur gaan communiceren, zoals met verkeerslichten. Dit alles moet er volgens de Nederlandse overheid voor zorgen dat de introductie van zelfrijdende auto’s sneller gaat. Om dat te realiseren willen overheden van 26 EU-landen, waaronder Nederland, Duitsland en Zweden, dat het voor autofabrikanten makkelijker wordt om zelfrijdende auto’s op de openbare weg te testen
De landen willen samenwerken om in de stad en op het platteland proeven met zelfrijdende voertuigen uit te voeren. Ook willen zij er voor zorgen dat het voor fabrikanten makkelijker wordt om autofabrikanten een vergunning te krijgen om zelfrijdende voertuigen te testen. Nu moeten fabrikanten in elk land nog verschillende procedures doorlopen voordat een zelfrijdend voertuig de openbare weg op.
Verklaring van Amsterdam
Het overleg dat deze nieuwe doelen tot stand heeft gebracht is een vervolg op het ondertekenen van de ‘Verklaring van Amsterdam‘. In april 2016 kwamen lidstaten van de Europese Unie overeen om samen te werken om de ontwikkeling rondom zelfrijdende auto’s in de hele Europese Unie te versnellen.