Facebook ligt opnieuw onder vuur. Waar het eerder dit jaar vooral om nepnieuws ging, blijkt nu dat de advertenties van het sociale medium niet helemaal zuiver zijn. Het platform richt zich namelijk op jongeren die mogelijk kwetsbaar zijn en een “boost in hun zelfvertrouwen” nodig hebben, meldt The Australian.
De krant heeft interne documenten van Facebook in handen gekregen. Daarin staat hoe het sociale medium de onzekerheden en humeuren van jongeren kan gebruiken als mogelijk voordeel voor adverteerders. Hierbij kijkt het bijvoorbeeld naar berichten, reacties en interacties op het sociale netwerk. Daardoor kan het uitzoeken of mensen vanaf 14 jaar zich “gestrest, nerveus, dom, nutteloos, overweldigd of neergeslagen” voelen.
Adverteerders kunnen dit soort informatie vervolgens weer gebruiken om jongeren te targeten, stelt de Australische krant. Zo kan iemand die zich dik voelt (maar dat misschien helemaal niet is) opeens meer advertenties zien voor afslankmiddelen, om maar wat te noemen. Op dit moment wordt de data echter nog niet verkocht aan adverteerders.
In het rapport worden volgens The Australian wel conclusies getrokken. Zo zouden jongeren op maandag tot en met vrijdag vooral bezig zijn met het opbouwen van zelfvertrouwen. “In het weekend vertellen ze over wat ze bereikt hebben.” Het rapport richt zich specifiek op jongeren in Nieuw-Zeeland en Australië.
Reactie Facebook
Facebook zelf zegt dat het artikel misleidend is. “Facebook biedt geen tools aan om mensen te targeten op basis van hun emoties. De analyse is gedaan door een Australische onderzoeker en was bedoeld om marketeers te laten begrijpen hoe mensen zichzelf uiten op Facebook. Het werd nooit gebruikt voor advertenties”, vertelt een woordvoeder. De data was bovendien anoniem.
Het sociale medium zegt verder dat er een bestaand proces is om hun onderzoeken te beoordelen. “Dit onderzoek volgde dat proces niet en we bekijken naar de details om de fouten te corrigeren”, aldus een woordvoerder. “Als we onderzoek doen, analyseren we of het een voordeel heeft voor de 1,89 miljard mensen in de gemeenschap, of dat het negatieve effecten op hen heeft. Daarnaast kijken we of mensen verrast zouden zijn als ze wisten dat het onderzoek werd uitgevoerd.”
Eerdere onderzoeken
Toch is het niet heel opvallend dat Facebook een dergelijk onderzoek heeft gedaan. In 2012 experimenteerde het platform een week lang met algoritmes die bepalen welke berichten er verschijnen in je newsfeed. Ieder bericht kreeg de stempel positief of negatief. Facebook wilde zien of een groep verdrietig werd als er meer negatieve berichten verschijnen. Conclusie: dat is zo.
De resultaten werden gepubliceerd in een wetenschappelijk tijdschrift. Het sociale medium kreeg echter veel kritiek van mensen die zich zorgen maakten over het gebruik van social engineering voor commerciële voordelen. Met andere woorden: moet je mensen echt verdrietig maken om meer geld te verdienen en is dat ethisch verantwoord?
Echte regels overtreedt Facebook hier echter niet mee. In de Data Use Policy staat dat het bedrijf de informatie die ze over je ontvangen mogen gebruiken voor “interne operaties, waaronder het oplossen van problemen, het analyseren van data, testen, onderzoek en het verbeteren van de service”.
De informatie die aan adverteerders verkocht wordt bestaat momenteel uit je relatiestatus, je locatie, je leeftijd, hoeveel vrienden je hebt en hoe vaak en hoe je op de website terecht komt.