Facebook lanceerde vorige week zijn videoplatform Watch wereldwijd. Daarmee lijkt het bedrijf rijkelijk laat te zijn: we genieten immers al jaren van YouTube en Netflix. Toch denkt het bedrijf zich te kunnen onderscheiden, namelijk door de ervaring socialer te maken. Dat stelt Fidji Simo, het hoofd van video bij het sociale medium, tegenover CNBC.
“Video is altijd al sociaal geweest, zelfs voor het internet toen iedereen naar dezelfde paar kanalen keek. Iedereen sprak bij de water cooler over zijn favoriete tv-series.”
Socialer
In tegenstelling tot Netflix en YouTube wil Facebook zich dan ook niet richten op het bingewatchen van series, maar om weer samen series te kijken. En omdat al je vrienden op het platform zitten, moet dat zelfs kunnen vanuit je eigen huis en op je eigen apparaat. Je hoeft dus niet fysiek in dezelfde ruimte te zijn.
Dit doet het platform via functies als Watch Party. Daarmee kun je samen met vrienden naar dezelfde video kijken. Ook zijn er spelshows en opties om bijvoorbeeld polls in video’s te zetten, om socialere content te maken.
“We zijn fundamenteel anders”, stelt Simo. “We richten ons niet op passieve consumptie, maar op het bouwen van gemeenschappen en verbindingen rondom video’s.”
Watch
Zoals gezegd is Watch nu ook in Nederland beschikbaar. Maar eerder was het platform al gelanceerd in de Verenigde Staten. Volgens Facebook zelf kijken ruim 50 miljoen Amerikanen gedurende minimaal een minuut per maand naar video’s.
Daar zit natuurlijk geld in, net zoals dat YouTube en Netflix geld verdienen. Facebook is dan ook druk bezig met advertenties. Die worden al in video’s getoond en er wordt ook gesproken over het maken van kortere content met advertenties.
Natuurlijk willen makers – net als op YouTube – ook geld verdienen. En dat kan binnenkort ook. Zo kunnen makers in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Australië en Nieuw-Zeeland nu zelf ook geld verdienen met advertenties. Hun video’s moeten echter wel minstens 3 minuten lang zijn en gemaakt zijn door mensen met 10.000 volgers. De makers krijgen 55 procent van de opbrengsten, Facebook houdt de rest.