Een klokkenluider onthulde negen maanden geleden het Cambridge Analytica-schandaal. Het databedrijf bleek gegevens van miljoenen onwetende Facebook-gebruikers in te zetten voor de verkiezingscampagne van Trump en de campagne voor de Brexit. Nu is het sociale medium aangeklaagd door de procureur-generaal van Washington D.C., meldt The Washington Post.
Met de rechtszaak, aangespannen door procureur-generaal Karl Racine, komt er een einde aan de stilte van vele regelgevers in de Verenigde Staten. Tot nu toe was er nog geen rechtszaak tegen het medium aangespannen in de V.S., ook al riepen velen wel op om maatregelen te nemen.
“Het zal tijd worden”, reageert Christopher Wylie, de klokkenluider die het schandaal bekendmaakte. Het sociale medium zelf zegt de aanklacht te bekijken, en “uit te kijken naar het voortzetten van onze gesprekken met procureur-generaals in D.C. en op andere plekken”.
Racine stelt bovendien dat zijn kantoor “discussies” heeft gehad met “diverse andere staten die ook interesse hebben in het beschermen van de data en persoonlijke informatie van hun consumenten”. Hij benadrukt echter dat er geen formele afspraak is om samen een rechtszaak aan te spannen.
Federale handhavers
De rechtszaak gaat ook over andere praktijken van Facebook, waaronder zijn relatie met fabrikanten als BlackBerry. Dit soort fabrikanten zouden toegang hebben gekregen tot sociale data, zelfs als een gebruiker in de instellingen aan had gegeven dat dit niet mocht.
Federale handhavers hebben tot nu toe niets gezegd over hun volgende stappen. Hoewel het data-schandaal in eerste instantie de aandacht trok van onder meer de Securities and Exchange Commission (SEC), de Federal Trade Commission (FTC) en het ministerie van Defensie, hebben zij tot nu toe geen stappen naar de rechtbank of richting boetes genomen. Wel zijn er onderzoeken geweest.