Een genetische test lijkt ontzettend handig: je ontdekt in één keer waar je slecht tegen kunt en wat voor mogelijke genetische ziektes je hebt, zodat je daar je leven op kunt aanpassen. In de praktijk gebeurt dat alleen zelden, ontdekten onderzoekers onlangs. Maar liefst 18 onderzoeken doorgespit door de British Medical Journal wijzen erop dat we ons gedrag amper veranderen nadat we een genetische test hebben gedaan.
In de 18 onderzoeken werden mensen gevolgd nadat ze een genetisch onderzoek had laten doen. Wat blijkt: mensen die hebben gehoord over de genetische risico’s gaan zelden bijvoorbeeld minder roken of gezonder eten, ook al blijkt dit voor genetische reden nog gunstiger dan normaal. Een beetje jammer, want de hoop was juist dat genetisch onderzoek men zou aansporen om gezonder te leven. Want als je weet hoe je lichaam genetisch in elkaar steekt, is het duidelijker waarom een andere levensstijl positief is.
Gelukkig heeft genetisch onderzoek nog wel andere voordelen. Zo werkt de Amerikaanse overheid bijvoorbeeld aan een DNA-database, om grootschalig onderzoek te doen naar mogelijke ziekten. De DNA-startup 23andMe probeert met klantinformatie ook ziekten tegen te gaan. Dus hoewel je jezelf met zo’n onderzoek misschien niet helpt, heeft de medische wereld wel wat aan genetische structuur.