Op 18 maart 1990 liepen twee dieven, vermomd als politieagent, het Isabella Steward Gardner Museum in. Na het uitschakelen van de beveiligers liepen zij doodleuk weg met 13 kunstwerken met een waarde van 300 miljoen dollar.
Onder de werken bevonden zich ook schilderijen van onze grootheden Rembrandt en Vermeer. De kunstwerken zijn nooit teruggevonden.
Ziv Schneider, studente aan New York University, wil deze werken opnemen in een Virtual Reality tentoonstelling genaamd The Museum of Stolen Art. Het is een virtuele ruimte waar allerlei gestolen kunstwerken te zien zijn via virtual reality.
Het bijzondere aan dit project is dat de schilderijen en kunstwerken niet in fysieke vorm te zien zijn. Geen van de gestolen kunstwerken is ooit teruggevonden.
Het virtuele museum is zo ontwerpen dat het lijkt alsof je in een echt museum bent. Aan de muur hangen kunstwerken, een audio-toer is aanwezig en er lopen bezoekers door het beeld.
Schneider ziet haar project als een ode aan de gestolen kunstwerken. Zij vindt het zonde dat de kunstwerken alleen te zien zijn als ’thumbnails’ waardoor ze hun waarde verliezen. Zij zegt hierover:
Ik wil de kunstwerken zien in de juiste context, zoals we dat ook hadden gezien als zij niet gestolen waren.
Schneider heeft drie tentoonstellingen gepland. De eerste is vooral gericht op gestolen schilderijen, de andere twee zijn gericht op kunst uit Irak en Afghanistan. Zo werden er tijdens de invasie in Irak in 2003 ongeveer 14.000 kunstwerken geplunderd uit het Irak Museum. Dit is nog steeds één van de grootste overvallen in de kunsthistorie.
Schneider hoopt het virtuele museum in de nabije toekomst open te stellen voor het grote publiek. Ze vindt het belangrijk dat mensen fysieke kunststukken blijven waarderen.