In 2013 werd Project Loon gepresenteerd, Google’s ambitieuze plan om met behulp van ballonnen internet beschikbaar te maken op de meest afgelegen plekken ter wereld. Op het TechCrunch Disrupt-evenement in New York onthulde Google dat het bedrijf last-minute nog haar strategie heeft veranderd voordat het project publiekelijk werd aangekondigd.
Het Google X-team had toen al zes maanden besteed aan de onderhandeling met grote bedrijven om eigen radiospectrum te kopen. “We thought this was absolutely critical to the project and we wanted to get it done before we launched“, zegt Astro Teller van Google. CEO Larry Page bleek het hier echter niet mee eens te zijn en dus werd besloten dat Project Loon in plaats daarvan gebruik gaat maken van het bestaande spectrum van telecommunicatiebedrijven wereldwijd.
In plaats van te betalen voor spectrum zal Google de ballonnen verhuren aan providers van de landen waar de ballonnen overheen vliegen. Dat betekent dat Google dus niet bestaande klanten hoeft weg te kapen van providers maar juist kan samenwerken zonder daarvoor spectrum te hoeven kopen. Deze aanpak zorgt er bovendien voor dat Google veel meer bandbreedte aan kan bieden.
Bovendien is het een logische stap voor providers omdat dit soort bedrijven meestal niet volledig gebruik maken van spectrum in plattelandsgebieden omdat dat economisch gezien niet voordelig is. Met deze samenwerking kan Google de gaten opvullen met “floating cell towers” – de ballonnen dus – om zo toch verbinding mogelijk te maken in deze gebieden. Dit is echter maar een klein onderdeel van het plan; om Project Loon volledig te kunnen laten werken, moet er nog veel gebeuren