Hackers dringen binnen tot computers van kerncentrale in de Verenigde Staten

Het is hackers gelukt om binnen te dringen in computers van bedrijven die energiecentrales beheren in de Verenigde Staten, waaronder van een bedrijf dat een kerncentrale exploiteert. Dat blijkt uit een rapport van het Department of Homeland Security (DHS), ingezien door The New York Times. Volgens de krant is het de hackers echter niet gelukt om vanuit de bedrijfscomputers verder binnen te dringen in de besturingssystemen van de energiecentrales.

Volgens het DHS en de FBI is er geen gevaar voor de publieke veiligheid. De schade van de hackpogingen is tot dusver beperkt gebleven tot het de bedrijfsnetwerken. Energiecentrales zijn een aantrekkelijk doelwit voor bepaalde hackers, omdat ze met een hack de vitale infrastructuur van een land kunnen treffen. In december 2015 lukte het hackers bijvoorbeeld om het elektriciteitsnet in Oekraïne plat te leggen, waardoor mensen zonder stroom kwamen te zitten.

In het rapport van het DHS werd echter niet duidelijk wat het vermoedelijke motief van de hackers was. De hacks zouden namelijk ook een poging tot bedrijfsspionage kunnen zijn. Een anonieme medewerker van het DHS zegt tegen Bloomberg dat het erop lijkt dat de hacks verkennend zijn. Met behulp van achterdeurtjes zouden hackers op een later moment – met een uitgebreidere aanval – terug kunnen keren.

Rusland

Wie er achter de hacks in de Verenigde Staten zit, is niet bekend. Volgens het rapport van het DHS gaat het om hackers die gesteund worden door een federale overheid. Bronnen van zowel The New York Times als Bloomberg wijzen naar Rusland als hoofdverdachte. Een woordvoerder van het Kremlin zegt tegen Bloomberg dat het geen aandacht wil besteden aan ‘dit soort nonsens’.