Het kabinet heeft besloten dat in ieder geval drie partijen ons 5G gaan aanbieden. De telecomproviders kunnen via twee veilingen voor de benodigde frequenties in aanmerking komen om de nieuwe, snellere mobiele internetverbinding aan te gaan bieden. Dat stelt staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken en Klimaat in haar meerjarenbeleid.
De veilingen voor de benodigde frequenties vinden aan het einde van dit jaar of het begin van volgend jaar, en aan het einde van 2021 of het begin van 2022 plaats. Daarmee zal dus duidelijk worden bij wie we straks 5G kunnen krijgen. Op dit moment zijn VodafoneZiggo, T-Mobile en KPN echter de drie grootste providers in ons land, dus de kans is groot dat zij in ieder geval meedoen aan de veilingen.
Er werd voor drie partijen gekozen om te zorgen dat er genoeg concurrentie is. De drie partijen krijgen ieder maximaal veertig procent van het totaal aantal frequenties, inclusief de huidige vergunningen. Volgens het ministerie van Economische Zaken en Klimaat leidt dat tot voldoende concurrentie, wat weer moet leiden tot kwaliteit, innovatie en redelijke prijzen.
Eisen
Daarnaast heeft het ministerie diverse eisen aan 5G. Zo moet 98 procent van de oppervlakte van iedere Nederlandse gemeente in de toekomst een mobiele dekking hebben. Daarbij geldt verder dat de providers een een minimum mobiele snelheid van 8 Megabit per seconde in 2022 en 10 Mbps in 2026 moeten garanderen. Gemiddeld zal de snelheid van gebruikers echter veel hoger liggen. De mobiele internetsnelheid voor Nederlanders komt gemiddeld op ruim 100 Mbps uit, aldus het kabinet.