Travis Kalanick, de voormalig CEO van Uber, noemt de rechtszaak van een investeerder tegen hem een ‘publieke en persoonlijke aanval’. Dat schrijft Reuters op basis van rechtbankdocumenten. Het gaat om een zaak tussen Kalanick en Uber-investeerder Benchmark Capital.
Volgens Benchmark heeft Kalanick als CEO niet in het belang van het bedrijf en zijn investeerders gehandeld, maar in eigenbelang. De rechtszaak gaat om een beslissing van juni vorig jaar. Het aantal plekken in de raad van bestuur van Uber werd toen uitgebreid van acht naar elf personen. Alleen Kalanick mocht bepalen wie op de nieuwe stoelen zouden plaatsnemen.
Kalanick gaf een van de plekken in de raad aan zichzelf. De andere twee stoelen zijn nog niet ingevuld. Volgens Benchmark is de raad van bestuur alleen uitgebreid om Kalanick’s positie binnen Uber veilig te stellen. Benchmark wil dat de beslissing van juni 2016 om de raad uit te breiden, ongedaan wordt gemaakt. Als dat lukt, verliest Kalanick automatisch zijn plek in het bestuur.
Het komt niet vaak voor dat een investeringsbedrijf een topman van een van zijn eigen investeringen voor de rechter sleept. Benchmark zegt dat de stap noodzakelijk was, omdat het nooit ingestemd zou hebben met de uitbreiding van juni 2016 als het destijds had geweten van het wangedrag van Kalanick en Uber.
Voormalig CEO Kalanick verweert zich in de rechtbankdocumenten, schrijft Reuters. Benchmark zou vorig jaar wel zeker hebben geweten van de beschuldigingen tegen Kalanick.