Veel fabrikanten van zelfrijdende auto’s testen hun voertuigen in het Amerikaanse Californië. Dat mag van de overheid, maar wel onder één voorwaarde: eens per jaar moet er een ‘disengagement report’ worden ingediend bij de Department of Motor Vehicles (DMV). In deze documenten staat wanneer een gewone automobilist het stuur er alsnog bij moest pakken, omdat er iets aan de hand was met de auto.
Het rapport geeft een goed kijkje naar hoe het testen van de auto’s ervoor staat. Zo weten we volgens Ars Technica bijvoorbeeld dat Google 424.000 mijl (682.000 kilometer) over de Californische weg heeft gereden, waarbij in 341 situaties het stuur erbij werd gepakt. Nissan is minder ver in zijn tests: de autofabrikant heeft 1485 mijl (2390 kilometer) afgelegd, minder dan Google. Daarbij moest ook minder vaak het stuur erbij gepakt worden: 106 keer. Delphi heeft twee auto’s die zelf rondrijden in Californië, die samen 26.815 kilometer aflegden en maar liefst 405 keer handmatig aan de kant gezet moesten worden.
Daarbij gaat Google wel wat creatief om met de cijfers. The Guardian meldt dat Google eigenlijk duizenden keren het stuur erbij heeft gepakt, maar dat ze alleen situaties hoeven te melden waarbij dit gerechtvaardigd was. Had de automobilist gewoon zin om een stukje zelf te karren? Dan wordt dit niet gemeld.
De auto’s van Google hadden in 272 situaties een probleem dat niet door de software kon worden opgelost, zoals problemen met de sensoren of bijvoorbeeld een kapotte kabel. Bij 69 situaties zegt Google dat de bestuurder wel over moest nemen, omdat de auto anders zou crashen.