Terwijl de software in de wereld zich steeds sneller ontwikkelt, mede door het opengooien van bijvoorbeeld API’s door grote techbedrijven, lijkt de hardware angstig achter te blijven. Nadya Peek vertelt tijdens ThingsCon in Amsterdam over de manieren waarop zij pleit om machines te maken die andere machines maken om daarmee de ontwikkeling omtrent hardware te versnellen.
Nadya Peek is PhD student op het MIT Center for Bits & Atoms en pleit voor het maken van ‘machines die machines kunnen maken’. Peek studeerde Kunstmatige Intelligentie op de Universiteit van Amsterdam en besloot dat ze in haar master opzoek was naar meer creativiteit. Daarom schreef ze zich in bij buitenlandse universiteiten en werd ze aangenomen bij een kunstenaarsgroep van het Media Lab van het Massachusetts Institute of Technology (MIT) in Amerika.
Peek vertelt dat ze momenteel bijvoorbeeld bezig is met het maken van digitale fabricatie-tools, het maken van speciale protocols voor het communiceren van machines en bezig is met speciale technologie voor consumenten. Peek focussed zich daarbij voornamelijk op het ‘rapid prototyping’ van machines. Door deze ‘rapid prototypes’ hoopt ze dat er machines worden ontworpen die weer andere machines kunnen maken.
Het verhaal van Peek klinkt vaag, maar is eigenlijk heel duidelijk. Ze legt haar verhaal uit aan de hand van de eerste computers die zo groot waren als een hele ruimte. De grote van deze machines is momenteel verkleint naar een kleiner apparaat, maar het idee achter de computer, de machine, en de manier waarop deze gebruikt wordt is vrijwel niet veranderd.
Hardware vs. software
Het veranderen van hardware lijkt veel stroever en moeizamer te verlopen dan het ontwikkelen van software. Volgens Peek zijn de speciale tech-markten in Shenzhen een goed voorbeeld van hoe het ontwikkelen van de hardware eigenlijk zou moeten gaan.
De markten zijn volgens Peek te vergelijken met de foodhallen zoals wij deze bijvoorbeeld in Nederland kennen. In plaats van kleine stands met eten, verkopen de stands technologische hardware zoals sensors die normaal gesproken in grote hoeveelheden moeten worden afgenomen.
De markt zorgt ervoor dat (hobby)designers goedkoop en gemakkelijk prototypes kunnen ontwikkelen. Deze prototypes zijn normaal gesproken niet makkelijk te produceren, omdat de hardware daarvoor vaak in grotere hoeveelheden gekocht moet worden.
‘Tech-daydreamers’ kunnen volgens Peek hier dan ook hun hart ophalen en goedkoop en snel (onnozele) gadgets ontwerpen. Op de markt worden dan bijvoorbeeld tal aan onnozele gadgets verkocht zoals nep-iPhones die de grote van een halve iPhone hebben en draaien op een soort Android-software dat qua vormgeving lijkt op iOS. Volgens Peek laat dit zien dat toegankelijkheid van hardware de creativiteit stimuleert.
Een 3D-printer in de vorm van een koffer
De markt is volgens Peek een voorbeeld van hoe hardware zich snel verder zou kunnen ontwikkelen. Door het goedkoop aanbieden van hardware kan er gemakkelijk mee geëxperimenteerd worden dat leidt tot nieuwe vormen van hardware.
Daarop inspelend maakte Peek met haar team bijvoorbeeld de Popfab. De Popfab is een multi-tool in de vorm van een koffer waardoor hij overal mee naar toe te nemen is. De Popfab is een beweegbaar platform dat aangestuurd wordt door een computer. Op het platform zijn verschillende toolheads aan te sluiten, waardoor de koffer bijvoorbeeld te gebruiken is als 3D-printer, vinylsnijder en gebruikt kan worden om te frezen en tekenen.
De Popfab moet het gat tussen de snel ontwikkelende software en de langzame ontwikkelende hardware opvullen. Door de Popfab ben je instaat om constant en overal je ideeën werkelijkheid te maken, waarmee volgens Peek de ontwikkeling van hardware versnelt kan worden.
Naast de Popfab ontwikkelden ze een speciale ontwikkel-kit gemaakt van karton. Met de speciale How to Make (Almost) Anything organiseerden ze een contest waarmee studenten over de gehele wereld de opdracht kreeg om een machine van de ontwikkel-kit te maken. Binnen een week waren de meest uiteenlopende machines ontworpen, van ketchupspuiters tot aan snij-machines.
Met de speciale toolkits wil Peek laten zien dat te toegankelijkheid van hardware ook de ontwikkeling van hardware bepaald. Daarom moeten we ons volgens Peek richten op het ontwerpen van toegankelijke en goedkope machines die gebruikt kunnen worden om te experimenten met het maken van andere machines.