Nathaniel Borenstein verzond in 1992 de allereerste e-mailbijlage, aan de hand van het zogenaamde MIME Protocol dat hij hielp te ontwikkelen. Borenstein hielp met het ontwikkelen van het internet zoals we het nu kennen, inclusief al zijn schaduwzijden. Maar hoe kijkt hij er nu tegenaan?
E-mail heeft ons allerlei mooie dingen gebracht. We kunnen nu eenvoudig foto’s versturen, bestanden delen en contact leggen met allerlei mensen. “Als mensen mij vroegen waarom ik zo graag een e-mailbijlage wilde maken, had ik een simpel antwoord”, vertelt Borenstein. “Ik hoopte ooit kleinkinderen te krijgen en een foto van hen te kunnen ontvangen via de mail.”
Dat moment kwam. Borensteins dochter kreeg een tweeling en de eerste foto van hen werd inderdaad via de mail verzonden. Toch was het niet helemaal wat hij zich voorstelde. “Ik kreeg een foto van twee puntjes: het was een echo, een paar weken na de verwekking”, lacht Borenstein. De eerste e-mailbijlage die hij zelf verzond, was een foto van zijn barbershop quartet.
Schaduwzijde
Maar e-mail brengt ons niet alleen mooie dingen. We hebben ook overvolle inboxen, krijgen spam en kunnen het slachtoffer worden van diverse cyberaanvallen. Logisch, stelt Borenstein. “Er was een beroemde bankovervaller in de Verenigde Staten. Iemand vroeg hem: ‘Waarom steel je van banken?’ Waarop hij antwoordde: ‘Omdat daar het geld is.’ Dat is met e-mail niet anders. We krijgen zoveel cyberaanvallen via de mail, omdat dat is waar de mensen zijn.”
“Het is perfect voor criminelen. Je zou bijvoorbeeld ook een link naar een website met malware op Facebook kunnen plaatsen, waar iemand die jou volgt mogelijk op klikt. Dat is een beperkte groep mensen waar je de malware mee deelt. Maar bij e-mail kun je een lijst krijgen met 200 miljoen mensen en die link of malware naar hen allemaal kunnen sturen. Wie zou de beste resultaten krijgen?”
Die schaduwzijde zag Borenstein al aankomen. “Met e-mail kun je alles versturen, dat was het doel. Malware is geen gevolg van een fout in e-mail, maar het gevolg van hoe open communicatie werkt. Bovendien kun je niet iets maken waarmee je wel foto’s van bloemen kunt versturen, maar geen kinderporno.”
Mocht die functie er nog wel komen, dan is het probleem bovendien niet opgelost, denkt Borenstein. “Misschien krijgen we ooit nog een intelligentie waarmee dat wel kan, maar dan kan iemand altijd een e-mailclient maken die daar geen onderscheid in maakt.” De kans is dus groot dat er altijd een aanbieder zal zijn waarmee je wel kinderporno en malware kunt versturen. “De problemen komen ook voort uit de aard van de mens. We maken iets en zijn vervolgens verrast dat er slechte dingen mee kunnen gebeuren.”
Onderwijs
Toch heeft hij wel hoop. “Er bestaat de hoop dat we dit soort dingen kunnen verminderen door er in te onderwijzen. En dat is bij vrijwel ieder sociaal probleem een oplossing. We moorden bijvoorbeeld minder dankzij economische groei en onderwijs. Ik snap alleen niet waarom mensen verwachten dat e-mail beter is dan de rest van de wereld.”
Overigens hield Borenstein al voor hij de e-mailbijlage ontwikkelde al rekening met al die slechte dingen. “Voor ik werkte aan MIME, had ik drie programmeertalen geschreven waarmee je programma’s kon versturen via e-mail, maar alleen programma’s die geen schade aan konden richten. Maar toen kwam het internet op en hoefde je het programma niet te versturen, maar kon je gewoon een link in een mail plaatsen. Dus het bleek weinig nut te hebben.”
Internet
Die slechte dingen beperken zich niet tot e-mail, maar doen zich op het gehele internet voor. Malware verspreidt zich niet alleen via e-mail, maar op allerlei manieren. Daarnaast hebben we nepnieuws, politieke beïnvloeding vanuit het buitenland, privacyproblemen en nog talloze andere problemen.
Borenstein maakt zich echter het meeste zorgen over de reactie op al die problemen. “Ik maak me het meeste zorgen om de overreactie op de zorgen. Mensen maken zich bijvoorbeeld zorgen om nepnieuws, maar ik ben bang dat overheden als reactie daarop uiteindelijk gaan besluiten wie de waarheid verteld en wie niet. Dat is mogelijk nog veel erger.”
“Een vergelijkbaar probleem is spam. Mensen vragen wel eens of daar een oplossing voor is. Die is er. Het enige wat je hoeft te doen is zorgen dat iedereen op het internet bekend is en aangemeld is bij een overheid. Dan heb je geen anonimiteit meer.” Voor diverse groepen, zoals mensenrechtenorganisaties en klokkenluiders, is anonimiteit echter erg belangrijk. Dus ook dat is geen oplossing.
Een ander probleem dat Borenstein ziet is de centralisatie van macht. “Er is nu een winner take all-dynamiek voor veel applicaties. We hadden nooit een situatie waarbij een bedrijf kon beslissen dat de hele wereld zijn klant was, zoals nu het geval is bij bijvoorbeeld Google, Amazon en Facebook. Hier zijn geen regels over en in sommige gevallen weten we niet wat we willen.”
Wat kunnen we wel doen?
Borenstein ziet natuurlijk niet alleen problemen, maar kijkt ook naar oplossingen. Voor de regulatie van het internet – bijvoorbeeld om de privacy van consumenten te bewaken – moet de overheid veel doen. “Ik denk dat de overheid een panel aan experts, zowel op het gebied van economie als technologie, moet instellen. Zij kunnen vervolgens adviseren over regelgevingen.”
Daarnaast ziet Borenstein veel hoop in het maken van open protocollen. “In het geval van Facebook zou je dan een eigen server aan kunnen maken, waar je zelf bepaald hoeveel privacy je wilt. Wil je al je privacy behouden, dan zou je bijvoorbeeld een maandelijks bedrag kunnen betalen. De mensen die dat niet willen, betalen door hun privacy af te staan, zoals we dat nu ook al doen. Dan heb je in ieder geval een keuze.”
De onlangs ingestelde Europese privacywet GDPR is volgens Borenstein ook al een stap in de goede richting. “Delen daarvan lekken zelfs door naar de Verenigde Staten. Omdat de EU wil dat er bijvoorbeeld een cookie-banner is, is die er ook in de Verenigde Staten. Zo heeft de EU een effect op de gehele wereld met hun regels.”
Toekomst
Sinds 1992 hebben we natuurlijk allerlei nieuwe manieren gekregen om met elkaar te communiceren. En e-mail blijkt dus lang niet altijd even veilig. Toch denkt Borenstein dat e-mail blijft. “Mensen hebben het wel eens over een vervanger voor de e-mail. Maar als ze dan beschrijven wat ze willen – bijvoorbeeld de mogelijkheid om een onderwerp in te vullen en bestanden mee te sturen – dan beschrijven ze uiteindelijk gewoon e-mail.” Oftewel: hetgeen wat we willen, hebben we al.
Maar natuurlijk bevat de toekomst ook nieuwe dingen. Borenstein is tegenwoordig Chief Scientist bij Mimecast, waarbij het zijn werk is om over de volgende digitale stappen na te denken en deze te maken. Hij ziet onder meer een toekomst in meertalige e-mails. “We werken nu aan een protocol waarmee je een e-mail in meerdere talen op kunt stellen. Het systeem weet dan welke taal de ontvanger spreekt, en zorgt dat diegene de mail alleen in zijn eigen taal ontvangt.”
Daarnaast zit er veel toekomst in het archief van Mimecast, denkt Borenstein. “We weten daardoor meer over een bedrijf of een persoon dan zij dat soms zelf weten. Dat kun je bijvoorbeeld inzetten als een bedrijf vraagt om een Franstalige in Zuid-Afrika. Door ons archief weten we of die er is, en kunnen we de twee aan elkaar voorstellen. Daarmee schend je niet eens iemands privacy.”
Hoopvol
E-mail en het internet hebben ons goede en slechte dingen gebracht. Borenstein maakte het protocol voor de bijlage vooral omdat hij er van overtuigd was dat hij er meer goed mee zou doen dan kwaad. En dat gelooft hij nog steeds. “Ik heb wel een periode gehad waarbij ik het omgekeerde geloofde. Er was een periode dat ik alle slechte dingen van het internet zag gebeuren.”
“Hetgeen wat me terugbracht naar mijn eerste overtuiging, was het virtual choir. Dat is gemaakt door een klassieke componist, die een muziekstuk schreef en stukjes over de gehele wereld heen stuurde. Hij moedigde mensen aan om stukjes solo op te nemen, en combineerde dat vervolgens tot een geheel. Dat is een kunstvorm die zonder het internet nooit bestaan had kunnen hebben.”
Borenstein zegt dan ook hoopvol te zijn over de toekomst van het internet en de e-mail. “Vooral omdat ik in mensen geloof. Technologie heeft allerlei slechte dingen met zich meegebracht, bijvoorbeeld in de industriële revolutie. Denk bijvoorbeeld aan kinderarbeid. Maar de slechte dingen werden steeds verminderd en de goede dingen bleven groeien. We hebben dus nog steeds massaproductie door automatisering, maar geen kinderen meer die aan het werk zijn. En ik geloof dat dat ook het geval is met het internet en de e-mail.”