Internet met een snelheid van meer dan een gigabit per seconde. Dat is niks nieuws. Met glasvezel is het geen enkel probleem om dat soort snelheden te behalen, al zie je dat providers bij consumentenabonnementen in de praktijk een veel lagere snelheid aanbieden. Een groot nadeel van glasvezel is de investering die nodig is om het aan te leggen, immers de straat moet bij open bij ieder huis. De Amerikaanse startup Starry zegt een alternatief te bieden: draadloos supersnel internet.
Technisch is dat inderdaad mogelijk door te communiceren op extreem hoge frequenties, ook wel milimetergolven genoemd. Immers: hoe hoger de frequentie waarop draadloze communicatie plaatsvindt hoe meer bandbreedte. Een nadeel is alleen ook dat hoe hoger de frequentie, hoe lastiger het is om grote afstanden te overbruggen of door muren en andere obstakels heen te gaan. Satellietverbinding en straalverbindingen maken bijvoorbeeld gebruik van milimetergolven, maar daarom heb je wel schotel- of richtantennes nodig met een vrij zicht, die heel precies zijn gericht.
Desondanks claimt Starry dat ze basisstations kunnen plaatsen die tot 2 kilometer afstand gigabit-internet kunnen leveren met behulp van een speciale antenne die je thuis neerzet. The Verge sprak met een aantal wetenschappers die sterk twijfelen of deze afstand ook echt gehaald kan worden. Zij vinden enkele honderden meters een stuk realistischer, maar daarmee wordt het hele concept meteen een stuk duurder. Het is dus afwachten of het uiteindelijk gaat lukken. En vervolgens is de vraag ook nog of het interessant genoeg is om de techniek ook in Nederland te gaan toepassen.
Overigens wordt ondertussen druk gewerkt aan nog veel snellere draadloze netwerken: Li-Fi. We schreven daar eerder al over. Die techniek werkt met nog veel hogere frequenties in het spectrum waar ook licht zit. Nadeel is dat dat alleen binnen een ruimte werkt. Al kan dat ook een voordeel zijn omdat het daardoor lastig om die netwerken af te luisteren.