Het internet zoals we het nu kennen bestond gisteren precies 28 jaar. Een goed moment voor de bedenker van het world wide web, Sir Tim Berners-Lee, om een brief te plaatsen over onderwerpen waar hij zich zorgen over maakt. “Het web voldoet op veel manieren aan de visie die ik had, maar het blijft een strijd om het open te houden”, aldus Berners-Lee. “In het afgelopen jaar ben ik me steeds meer zorgen gaan maken over drie nieuwe trends.”
De eerste trend is dat we steeds minder controle hebben over onze persoonlijke data. Hoe dat komt, weten we allemaal wel. Bedrijven als Google en Facebook geven ons gratis content en vragen daar alleen wat van onze data voor. Wij gaan allemaal akkoord – vaak zonder de voorwaarden te lezen – en vinden het allemaal prima.
“We profiteren niet van de voordelen die we zouden hebben als we directe controle hadden over onze data en konden kiezen wanneer en met wie we het willen delen”, aldus Berners-Lee in zijn brief. “Sterker nog: we hebben geen invloed op welke data we wel en niet willen delen met bedrijven. Zeker bij derde partijen zijn de voorwaarden alles of niets.”
Geen privacy meer
Bovendien kijken overheden ook steeds meer naar wat we online doen en “wetten doorvoeren die ons recht op privacy platwalst”. Kijken we naar landen waar mensen onderdrukt worden, dan zijn de gevolgen snel duidelijk. “Bloggers worden gearresteerd of vermoord, politieke tegenstanders worden in de gaten gehouden.”
Maar volgens de vader van het wereldwijde web gaat het ook in landen als Nederland fout. “Iedereen altijd en overal volgen gaat simpelweg te ver. Het heeft een beangstigend effect op de vrijheid van meningsuiting en het voorkomt dat het web gebruikt wordt als een ruimte om belangrijke onderwerpen te onderzoeken, bijvoorbeeld gevoelige gezondheidsproblemen, seksualiteit of religie.”
Nepnieuws en foute informatie
Een ander probleem is nepnieuws en foute informatie, stelt Berners-Lee. Al die informatie vinden we op slechts een paar sociale media en in een aantal zoekmachines. “Deze websites verdienen meer geld als we op de links klikken die ze ons tonen. En ze kiezen wat ze ons tonen op basis van algoritmes die leren van de persoonlijke data die ze steeds verzamelen. Het resultaat is dat deze websites ons content laten zien waarvan ze denken dat we er op klikken. Dat betekent dat foute informatie of nepnieuws dat verrassend, shockerend of zo ontworpen is dat het aansluit bij onze vooroordelen zich snel kan verspreiden.”
Het probleem hiervan is vooral dat mensen en bedrijven met slechte intenties het systeem zo kunnen gebruiken dat foutieve informatie wordt verspreid om geld te verdienen of politieke voordelen te behalen.
Politieke advertenties moeten transparanter
“Politieke advertenties zijn veranderd in een geraffineerde industrie. Het feit dat mensen hun informatie van slechts een paar platformen krijgen en de steeds betere algoritmes, zorgen ervoor dat politieke campagnes nu individuele advertenties maken die direct gericht zijn op gebruikers”, vertelt Berners-Lee over het laatste probleem.
Nu is het verspreiden van gerichte advertenties niet zo erg, maar het aantal is volgens de oprichter van het internet wel problematisch. “Volgens een bron waren er tijdens de Amerikaanse presidentsverkiezingen 50.000 variaties van advertenties die iedere dag op Facebook verschenen, een bijna onmogelijke situatie om te monitoren.”
Een groter probleem is dat er suggesties zijn dat sommige politieke advertenties op onethische manieren worden gebruikt. “Om bijvoorbeeld stemgerechtigden naar nepnieuwswebsites te leiden of om anderen weg te houden bij de peilingen. Gerichte advertenties zorgen ervoor dat een campagne volledig verschillende, soms tegenstrijdige, dingen tegen diverse groepen kunnen zeggen. Is dat democratisch?”
Geen eenvoudige oplossing
Berners-Lee is eerlijk in zijn brief: “Dit zijn complexe problemen en de oplossingen zullen niet eenvoudig zijn.” Wel zegt hij dat er al een aantal vooruitgangen zijn. “We moeten samenwerken met internetbedrijven om een balans te krijgen waarin mensen meer controle krijgen over hun data”, geeft hij als voorbeeld. “We moeten vechten tegen het grote bereik van de overheid in inlichtingenwetten, zelfs als dat via de rechtbank moet.”
Daarnaast vindt hij dat we nepnieuws moeten tegen gaan door bedrijven als Google en Facebook aan te sporen om tegen het probleem te blijven vechten, zonder dat er één bron komt van wat waar is of niet. Ook de algoritmes moeten transparanter worden, zodat we begrijpen hoe belangrijke beslissingen in onze levens worden gemaakt.
De Web Foundation gaat aan de problemen werken, vertelt Berners-Lee. Dit is onderdeel van een vijfjarige strategie, waarin de problemen beter onderzocht worden en er goede oplossingen worden bedacht. Hierbij worden de gebruikers ook opgeroepen om mee te werken. “Ik heb het web misschien uitgevonden, maar jullie hebben allemaal meegewerkt aan de ontwikkeling van wat het nu is.”