‘Toegang tot internet is een grondrecht’

Mensen grappen misschien dat er teveel tijd wordt gespendeerd op het internet, maar het is een onmiskenbaar onderdeel geworden van ons dagelijks leven. Zo essentieel, dat het nu zelfs een schending van mensenrechten is om toegang ertoe te ontzeggen.

De VN nam 27 juni een niet-bindende resolutie aan waardoor landen worden afgekeurd als ze opzettelijk de toegang van burgers tot internet ontzeggen of verhinderen.

Onenigheid

Landen als Rusland, China, Saudie-Arabië, Zuid-Afrika en India gingen niet akkoord met het besluit. Meer dan 70 staten steunden de resolutie blijkt uit een statement vrijgegeven door Article 19, een Britse organisatie die de vrijheid van meningsuiting en informatie promoot.

Thomas Hughes, de algemeen directeur, schreef teleurgesteld te zijn dat democratieën zoals Zuid-Afrika, Indonesie en India hebben gestemd in het voordeel van vijandig beleid om online bescherming te verzwakken ‘alleen maar om totale vrijheid van meningsuiting tegen te gaan.’

Educatie

Volgens Hughes is toegang tot internet van essentieel belang om de duurzame ontwikkelingsdoelen 2016-2030 te bereiken, “Geen land zou dit proces moeten vertragen.”

De resolutie bevat aanbevelingen die de meeste van ons al kennen: het is belangrijk om de toegang tot internet de vergroten omdat het betaalbare en wijdverspreide educatie faciliteert, zeker op digitaal vlak.

In overeenkomst met de 2030 Agenda van de VN, is het verspreiden van technologie ‘de belangrijkste kans om de menselijke vooruitgang te versnellen.’ Wie kan dit ontkennen: nieuws, de manieren waarop je een baan vindt, je bankafschriften: het is praktisch onmogelijk om te leven zonder internet.

Andere landen benadrukten eerder al het belang van een vrije internet toegang. De Amerikaanse president Barack Obama zei in 2015 dat ‘vandaag de dag snelle broadband geen luxe is, maar een noodzakelijkheid.’