Waymo, een zusterbedrijf van Google, heeft haar zelfrijdende auto in 2016 gigantisch verbeterd. Zoveel zelfs dat ze een enorme voorsprong lijken te hebben op hun concurrentie. Dit blijkt uit nieuwe gegevens (pdf) in handen van de California Department of Motor Vehicles, de voertuigenwaakhond van die staat.
De testauto’s van Waymo hebben in 2016 een miljoen kilometer afgelegd, dertig keer zo veel als alle zelfrijdende auto’s van concurrenten bij elkaar. En de auto’s zijn ook nog eens een stuk veiliger dan de meeste: er hoefde maar o,2 keer per 1.600 kilometer ingegrepen te worden door een mens. Dit was een jaar eerder nog 0,8 keer op dezelfde afstand.
De keren dat er wel werd ingegrepen, was dit in 40 procent van de gevallen vanwege een softwarefout. Ook maakte de auto soms een ongewenste beweging, wat resulteerde in een kwart van de ingrepen. En ook met gevaarlijk rijgedrag van andere weggebruikers is nog moeilijk voor de auto. Hiervoor was iets minder dan 10 procent van de ingrepen.
Waymo is blij
Kijken we naar concurrenten, dan zien we dat BMW het na Waymo het beste doet. Deze auto’s hadden 1,6 ingrepen per 1600 kilometer. Bij sommige andere concurrenten is dit zelfs tientallen of honderden keren op die afstand.
Dat Waymo blij is, is vanzelfsprekend. Het hoofd van de zelfrijdende technologie, Dmitri Dolgov, vertelt er dan ook met trots over in een blog. Volgens hem werd er het meeste ingegrepen in de stad, waar het verkeer veel complexer is dan op bijvoorbeeld een snelweg. Hoewel er weinig werd ingegrepen, is iedere keer dat het gebeurde volgens Dolgov wel belangrijk. Het team zorgt er namelijk voor dat dat soort situaties worden nagemaakt, zodat het systeem er van kan leren.