Wat velen een half jaar geleden niet voor mogelijk hielden is toch gebeurd: Donald Trump is president van de Verenigde Staten geworden. En technologie speelde een belangrijke rol in deze verkiezingsrace, maar op een compleet andere manier dan in het verleden.
De tweevoudige verkiezingswinst van Obama wordt vaak mede toegeschreven aan hoe zijn campagneteam big data heeft ingezet om de juiste kiezers op de juiste manier te bereiken. Clinton heeft eenzelfde soort strategie toegepast. Big data blijkt dus alles behalve heilig. Sterker nog: volgens critici zou het bij Clinton zelfs een averechts effect hebben gehad, omdat de campagne zich heeft gefocust op de verkeerde Staten.
Het is echter niet zo dat big data niet werd ingezet in de Trump-campagne zoals veel media (inclusief ikzelf in een eerdere versie van dit stuk) schrijven. Wired sprak met Matt Oczkowski die het datateam van Trump leidde, over hoe zij zelf peilden en voorspelen hoe Trump ervoor stond en in welke staten om de campagne daar op aan te passen. En dit team bleek het uiteindelijk bij het rechte eind te hebben.
Maar wat Oczkowski en zijn mannen nu precies goed hebben gedaan en Clintons team fout is iets waar waarschijnlijk nog heel veel over doorgepraat wordt. De algemene tendens is dat big data deze verkiezingen een minder belangrijke rol speelden dan de afgelopen twee keer, maar dat beeld kan deels vertekend zijn omdat de nieuwigheid eraf is en het sowieso een bizarre campagne was.
Hack en twitter
Technologie was namelijk dit keer op een compleet een andere manier aanwezig in deze campagnestrijd. En dat gaat het ook vooral om internetbeveiliging. De hack van de e-mail van de campagneleider van Clinton vormden en de publicatie hiervan door Wikileaks speelden een belangrijke rol tijdens deze verkiezingen.
Daarnaast was de rol van social media groter dan ooit. Zeker Twitter bleek een belangrijk middel in de campagne van Trump. Hij trok ontzettend veel aandacht naar zich toe met zijn tweets, zonder enige nuance. En de meest extreme aanhangers van Trump vonden in Twitter een kanaal om hun mening te uiten en Clinton continu aan te vallen. Nog los van de massale inzet van bots die pro-Trump-tweets verstuurden. Zonder Twitter had het geluid van Trumps fanantiekste aanhangers nooit zoveel gehoor gevonden.
Peilingen
Tot slot is het ook interessant om te zien welke rol de peilingen speelden deze verkiezingen. Uiteindelijk bleken de laatste voorspellingen er namelijk flink naast te zitten. In de meeste scenario’s werd Clinton als winnaar aangeduid, maar uiteindelijk bleek de uitkomst anders. Dat heeft er natuurlijk mee te maken dat mensen misschien niet durfden toe te geven dat ze Trump-stemmen, een fenomeen dat in de politieke media de gordijnbonus wordt genoemd.
Maar er is meer aan de hand: het is namelijk een stuk moeilijker geworden om mensen te ondervragen, stellen experts. Dat klinkt gek in een tijd waarin we massaal toegang hebben tot internet, maar het heeft alles te maken met de ouderwetse telefoon. Vroeger had iedereen een vaste lijn en was het makkelijk om op die manier een doorsnede van de bevolking te ondervragen. Online is het lastiger om iedereen mee te laten doen (het vraagt een actievere houding van de ondervraagde) en het is een stuk lastiger om een doorsnede van de bevolking op hun mobiel te bereiken.
Al met al zullen het verschil tussen de peilingen (behalve die van Trumps eigen campagneteam) en de daadwerkelijke uitslag waarschijnlijk flink worden geanalyseerd. Net zoals de campagnes tegen het licht zullen worden gehouden. De vraag is vooral wat deze verkiezingen voor invloed zullen hebben op de volgende. En misschien ook wel op de Nederlandse volgend jaar. De Amerikaanse presidentsverkiezingen zijn uiteraard niet te vergelijken met onze Tweede Kamerverkiezingen, maar als het gaat om bijvoorbeeld peilingen en de rol van social media zijn er misschien wel meer vergelijkingen te vinden dan je denkt…