Drones worden steeds vaker ingezet voor uiteenlopende doeleinden; voor het waarborgen van veiligheid, het versturen van pakketjes, het filmen van modeshows en om de wereld te voorzien van internet; de onbemande vliegtuigjes lijken ons op veel vlakken goed te kunnen ondersteunen. Ook in de zoektocht naar overblijfselen uit de Tweede wereldoorlog blijken drones goed van pas te komen.
Het BentProp project heeft jarenlang getracht vliegtuigen met Amerikaanse soldaten die verdwenen in de stille oceaan terug te vinden, maar de beschikbare technologie maakte deze missie tot nu toe weinig succesvol. De inzet van drones heeft hier verandering in gebracht; in korte tijd werden twee marinevliegtuigen teruggevonden; een grote doorbraak voor het project dat normaal gesproken slechts sporadisch een grote vondst doet.
Voorheen moesten deelnemers van het project grote gebieden helemaal zelf scannen om neergestorte vliegtuigen of onontplofte bommen te vinden; wat eigenlijk neer kwam op het zoeken van een speld in een hooiberg. Dankzij drones van de Universiteit van Delaware en the Sctipps Institution of Oceanography is dit proces grotendeels geautomatiseerd.
Zowel op land als op zee gebruikte Bentprop 3D robotachtige Octocopter drones voorzien van GoPro’s en Infraroodcamera’s. Naast het in kaart brengen van de omgeving zijn de machines in staat metaal te detecteren dat kan wijzen op vliegtuigen of bommen. Een stuk makkelijker vergeleken de oude methode waarbij medewerkers met metaaldetectors hele gebieden handmatig af moesten gaan.
Hoewel de zoektocht nog steeds langzaam verloopt lijken drones dus wel een groot verschil te kunnen maken! Bovendien is het gebruik van de onbemande vliegtuigjes in het geval van onontplofte bommen natuurlijk een stuk veiliger alternatief.