Numrush

Moet je je video nu op YouTube of Facebook plaatsen?

Een paar jaar geleden was het makkelijk: wilde je als mediabedrijf wat doen met video, dan plaatste je je producties in een player op je eigen site of uploadde je het naar YouTube. Anno 2017 is het een stuk lastiger wat je nou met je video aan moet.

Wordt het Facebook waar je video razendsnel viral kan gaan? Wordt het toch YouTube, dat voor veel jongeren inmiddels de traditionele televisie heeft vervangen? Of moet je misschien toch korte video’s plaatsen op Instagram?

Als je had verwacht dat ik in deze column een pasklaar antwoord zou gaan geven, dan moet ik je teleurstellen. Waar je je video plaatst is namelijk helemaal afhankelijk van het soort video dat je maakt (of wilt maken), het doel dat je hebt en wie je wilt bereiken. Wil je middelbare scholieren bereiken, dan is het bijvoorbeeld onverstandig om in te zetten op Facebook. Maak je extreem korte video’s, dan kun je beter voor Instagram gaan dan voor YouTube.

Ik neem de verschillende kanalen en hun eigenschappen daarom even met je door.

Facebook

Om te beginnen: Facebook. Dat sociale netwerk heeft zich namelijk in drie jaar tijd ontpopt tot een geduchte concurrent voor YouTube door vol in te zetten op video. Het algoritme van Facebook is dol op video’s waardoor je er meer mensen mee kan bereiken dan met andere soorten content.

Daar komt bij dat ze automatisch beginnen met afspelen, waardoor je een kijker meteen kunt pakken. Het betekent echter ook dat je bij de productie slim moet nadenken over hoe je je video opbouwt. Een bumper aan het begin is een no-go op Facebook. En doordat veel mensen hun geluid uit hebben staan op hun telefoon, moet je gaan nadenken over tekst in beeld als vervanger van audio.

Bij de publieke omroep zijn er meerdere partijen de afgelopen jaren goed bezig met video op Facebook. Neem bijvoorbeeld NOS op 3 en Brandpunt+, die tienduizenden kijkers per video halen met prachtige nieuwsvideo’s, voorzien van ondertiteling.

Je kunt op Facebook een heleboel mensen bereiken, maar als je een goede videostrategie op Facebook wilt neerzetten, moet je je video’s ook echt Facebook-proof maken. Daar komt bij dat je in Nederland op dit moment nog geen geld kunt verdienen aan advertenties op Facebook. Dat terwijl dat op YouTube wel mogelijk is.

YouTube

Linksom of rechtsom blijft YouTube nog steeds hét videoplatform. Hier is video geen onderdeel van een sociaal netwerk, maar is een sociaal netwerk een onderdeel van video. Je kunt er producties kwijt in hoge kwaliteit en je kunt er geld verdienen door mee te delen in de advertentie-opbrengsten.

Het is een misverstand dat je voor een succesvol YouTube-kanaal vloggers moet gaan imiteren of binnenhalen. Het is wel belangrijk dat je content maakt die goed geproduceerd is en over het algemeen helpt het als je kanaal herkenbare gezichten heeft die een leidende rol hebben in de video’s. Een mooi voorbeeld daarvan vind ik wat The Verge doet. Ze maken prachtige reviews en reportages die heel goed gefilmd zijn en altijd een presentator hebben.

Qua lengte kun je relatief lange video’s kwijt op YouTube, mensen gaan er namelijk heen om video te kijken en zitten dus in een kijk-modus. Echter geldt wel: elke seconde moet boeiend zijn, want een kijker klikt meteen weg als je hem niet weet te boeien (of als hij denkt het het leuke/belangrijke geweest is).

Veel mensen gebruiken YouTube als zoekmachine Het meest onderschatte voordeel van YouTube is dat het eigenlijk het enige platform is waar je archief daadwerkelijk een belangrijke rol speelt. Het algoritme van YouTube serveert ook oude video’s uit als suggesties en in de zoekresultaten. En het is zo dat heel veel mensen YouTube als een soort zoekmachine gebruiken. Maak je video’s waarin je iets uitlegt, dan is YouTube dus sowieso de beste plek! Goede titels en thumbnails zijn dan echter wel van levensbelang.

Opvallend is dat je ziet dat veel Nederlandse media moeite hebben om een YouTube-kanaal op te bouwen en dat ze veel meer mensen kunnen bereiken met hun video’s op Facebook. Neem bijvoorbeeld Brandpunt+ dat op Facebook heel succesvol is, maar op YouTube nog geen 200 abonnees heeft. Tegelijkertijd scoort Zondag Met Lubach bizar goed op YouTube met de fragmenten die het daar deelt. Bijna alle video’s op dat kanaal hebben meer kijkers dan op Facebook. Het is ook maar net wie je publiek is en waar je zelf op in zet.

Instagram

Instagram is op videovlak eigenlijk alles wat YouTube niet is. Je kunt er geen lange video’s delen, video’s in het archief worden niet bekeken en je kunt er geen geld verdienen. En toch kan het heel zinvol zijn om er video voor te maken, om de simpele reden dat er heel veel mensen Instagram gebruiken en het medium maar blijft groeien.

In Nederland bewijst NOS Kort hoe krachtig Instagram kan zijn. Inmiddels heeft dat account met korte nieuwsvideo’s meer dan 200.000 volgers, waarvan een heel groot deel jongeren zijn die de NOS tot een paar jaar geleden niet wist te bereiken.

Voor Instagram geldt overigens net als voor Facebook dat video’s automatisch beginnen met afspelen en dat veel mensen ze zonder geluid bekijken. Tel daar de korte lengte bij op en je kunt dus eigenlijk niet anders van voor Instagram speciale producties maken. Kookkanalen zoals Tasty van Buzzfeed zijn op dat vlak een prima inspiratebron.

En vergeet niet dat je ook nog aan de slag kunt met Instagram Stories.

Uitdaging

Een combinatie van kanalen is de beste videostrategie De grote uitdaging is om te zorgen dat je videostrategie te alle tijde flexibel is en dat je niet te veel afhankelijk wordt van één platform. Dat is lastig, want als je op een gegeven moment een groot publiek hebt opgebouwd op bijvoorbeeld Facebook kun je eigenlijk niet meer weg. Alles op je eigen platform plaatsen is vaak ook geen oplossing. Het geeft je veel controle en je kunt er mee verdienen per kijker, maar over het algemeen kun je er gewoon veel minder mensen mee bereiken.

Een combinatie van meerdere kanalen, afhankelijk van je doelen en je publiek, is wat dat betreft altijd de beste videostrategie.