De afgelopen jaren hebben we gigantisch snelle ontwikkelingen binnen technologie gezien. We begonnen bijvoorbeeld met een koelkastmodel telefoon, maar al snel hadden we kleinere varianten met een touchscreen en internet. Vroeger keek je naar zwart-wit-televisie, nu op een gigantisch flatscreen met UHD-kwaliteit. En dan hebben we het nog niet eens gehad over alle slimme apparatuur in huis.
Maar met zulke snelle ontwikkelingen komen ook een aantal regels die gelden voor de toekomst. En die regels, die zijn gedicteerd door technologie, zijn verzameld door The Washington Post. Ik zet ze even op een rij.
1. Alles wat we kunnen digitaliseren, wordt gedigitaliseerd
Als we naar het verleden kijken, zien we dat steeds meer traditionele objecten digitaal worden. Eerst schreven we onze teksten op computers, toen lieten we Ganzenbord liggen voor spellen als Diablo en Doom, om vervolgens ook films, afbeeldingen en muziek digitaal te maken. En die trend zet zich door, want we digitaliseren vrijwel alles uit ons dagelijkse leven, inclusief onze acties en woorden. De kans is dus groot dat we alles wat we kunnen digitaliseren, ook gaan digitaliseren.
2. Je baan kan zomaar verdwijnen
Dit is er eentje die we niet willen horen, maar wel om rekening mee te houden: robots beginnen ons werk over te nemen. Dit startte in de industriële revolutie, toen de fabrieken robots in begonnen te zetten. Daarbij raakten miljoenen mensen hun baan kwijt, maar er kwam ook nieuw werk bij.
Datzelfde lijkt nu weer te gebeuren. Zo heeft Amazon robots in haar pakhuis, komen de zelfrijdende auto’s er aan die het werk van taxichauffeurs over kunnen nemen en zien we zelfs hoe advocaten hun baan kwijtraken dankzij slimme computerprogramma’s. Beetje bij beetje wordt ons werk dus overgenomen door geautomatiseerde programma’s, die overigens ook weer voor ander werk gaan zorgen. De kans is echter groot dat er niet genoeg werk ontstaat voor iedereen, wat betekent dat de werkeloosheidscijfers gaan stijgen. Maar zo’n drama hoeft dat niet te zijn…
3. Het leven wordt zo goedkoop dat je geen baan meer nodig hebt
Dit is dan weer de opsteker van de vorige regel: het leven wordt volgens The Washington Post zo goedkoop dat je helemaal geen baan meer hoeft te hebben. Hoewel wij hier beelden van Wall-E (dikke, vrijwel gehersenspoelde mensen in stoelen) bij krijgen, is het vooruitzicht niet geheel onaardig.
Telefoons zijn nu al bijna gratis – in verhouding met wat ze kunnen dan – en computers zijn steeds goedkoper en krachtiger geworden. Daarnaast zien we dat sensoren en zonnepanelen ook steeds verder in prijs dalen en dat zijn interessante tekenen. Het leven kan zo namelijk vele maten goedkoper worden en dat vinden we absoluut niet erg. De eerste signalen zijn er al: auto’s delen via Uber waardoor je geen auto meer nodig hebt, en de gezondheidszorg, eten, elektriciteit en telecommunicatie wordt ook steeds goedkoper.
4. Je richt je eigen leven in
Het leven wordt dus goedkoper en werken hoeft niet meer. Ondertussen komen er allerlei tools waarmee je gezond en gelukkig blijft en goed onderwijs kunt genieten. Online leren is nu al vrijwel altijd gratis, en medische wearables worden steeds goedkoper. Straks kunnen we met niet meer dan een smartphone een diagnose stellen van het medische probleem dat je hebt, en hoef je niet eens meer naar een arts toe.
Bovendien kun je met modulaire en open-source kits steeds meer zelf maken, dus ook je eigen producten. Denk aan drones en speelgoed via 3D-printers. En als het zo doorgaat, print je straks ook je nieuwe televisie. Op die manier kun je je eigen smaak terug laten komen in gepersonaliseerde producten en je leven inrichten zoals je wilt. Nadeel: er staat wel een kleine fabriek in je garage, maar ach, die hebben de buren ook.
5. Armoede is verleden tijd, overvloed de toekomst
Alles wordt goedkoper, je maakt je eigen spullen en daar ontstaat ook direct een nieuw probleem: overvloed. Hoewel we op deze manier steeds minder te maken krijgen met armoede, hebben we straks wel echt teveel spullen. Dit is nu al een probleem dat zich uit in de gezondheid van de bevolking van de Westerse wereld: mensen zijn obees, hebben diabetes en krijgen hartaanvallers. Dat heeft vooral te maken met ons dieet en dat eten komt nu ook naar de ontwikkelingslanden.
Een andere vorm van overvloed is onze constante behoefte om in contact te zijn. Wij zijn evolutionair gezien beter in taken achter elkaar uit te voeren, in plaats van tegelijkertijd. Maar tegenwoordig willen we op hetzelfde moment een gesprek voeren, iets op Facebook zetten en onze partner appen. Gevolg? Onze aandachtsspanne is flink verslechterd, waardoor we steeds minder gedaan krijgen. Overvloed is dus niet altijd goed.
6. Het verschil tussen mens en machine wordt minder duidelijk
Nee, hier hebben we het niet over enge sci-fi-films waarin we stiekem allemaal een robot zijn. Maar het komt er redelijk dichtbij. We hebben inmiddels constant apparaten om ons heen en die proberen we steeds meer met ons leven te integreren. Zo kwam de Google Glass wel erg dicht bij een mooie integratie tussen het normale leven en het digitale leven. Dat project is misschien stopgezet, maar dat betekent niet dat dergelijke ontwerpen niet alsnog op de markt verschijnen.
Ondertussen krijgen we ook op maat gemaakte protheses die perfect in ons lijf passen, en hebben we exoskeletten in het leger en in de medische wereld. In de toekomst gaan we misschien nog wel verder. Dan plaatsen we misschien wel sensoren in ons lichaam om onze gezondheid in de gaten te houden, en om de data naar onze smartphones door te sturen. En dat is slechts één van de mogelijkheden die technologie ons biedt om ons leven te verbeteren. Maar daarmee wordt het wel steeds moeilijker om het onderscheid te maken tussen een mens en een machine.