De Tweede Kamer debatteert morgen over de zogenaamde aftapwet. Het idee hiervan is dat de overheid -indien nodig- communicatie tussen mensen onderling en tussen bedrijven kan afluisteren en lezen. Daarmee wil de overheid meer middelen in handen krijgen in de strijd tegen terrorisme. Maar wat mogen ze straks eigenlijk als de wet wordt aangenomen?
In WhatsAppjes, e-mails en locatiegegevens zitten allerlei puzzelstukjes die een aanslag of andere ernstige misdrijven kunnen voorkomen, denkt de overheid. Genoeg reden om toegang te krijgen tot dit soort informatie. Dat gaat echter niet zomaar, want er zijn wetten die ons beschermen tegen afluisterpraktijken. De technologie verandert echter zo snel, dat er nieuwe wetten en regels nodig zijn, stelt de overheid.
Wet inlichtingen- en veiligheidsdiensten
De wet heet officieel de Wet inlichtingen- en veiligheidsdiensten (wiv), en daar gaat dit debat dan ook over. Wordt het wetsvoorstel namelijk aangenomen, dan krijgen de AIVD en de MIVD meer bevoegdheden. Nu is er namelijk onderscheid tussen dataverkeer door de lucht – denk aan satelliettelefonie – en kabelgebonden verkeer, zoals internet. De eerste mag nu wel grootschalig worden afgetapt; de tweede niet. En onder dat tweede vallen dus je WhatsAppjes en je e-mails. Het onderscheid tussen deze vormen van communicatie moet verdwijnen met de nieuwe wet.
Reden dat de wet wordt aangepast, is dat de geheime diensten vinden dat de huidige variant achterhaald is. Die komt uit 2002, maar beperkt dus de aftapmogelijkheden voor het internet. Het is nu namelijk alleen mogelijk om alleen één specifiek persoon af te luisteren. Met de nieuwe wet mag er echter een ‘sleepnet’ worden uitgegooid, waardoor de AIVD en MIVD grote bergen gegevens verzamelen. Daar filteren ze de nuttige informatie uit, bijvoorbeeld die over terrorisme.
De wet heeft echter tot veel discussie geleid. Mogen inlichtingendiensten bijvoorbeeld zomaar alles binnenhalen? Wie controleert dit? Hoe lang wordt de data bewaard? En hoe zit het dan met privacy van onschuldige burger? Het aantal vraagstukken over dit soort wetgevingen zijn gigantisch gestegen sinds de onthullingen van Edward Snowden. Hij onthulde namelijk precies dit: er is in de VS een sleepnet uitgegooid over de wereld, en dat is niet per se positief.
Voor journalisten en advocaten zit er wel een positief haakje aan de wet. De AIVD luisterde in 2009 journalisten van De Telegraaf af, waardoor ze op de vingers werden getikt door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. In het wetsvoorstel staat nu dan ook dat journalisten en advocaten alleen nog na toestemming van de rechter mogen worden afgeluisterd.