Het verbannen van VPN-diensten uit de App Store in China is niet te vergelijken met de kwestie tussen Apple en de FBI. Dat zei de CEO van het bedrijf, Tim Cook, deze week bij de bespreking van de meest recente kwartaalcijfers. Begin 2016 lag Apple in de clinch met de FBI, omdat de politiedienst wilde dat het bedrijf hielp met het ontgrendelen van een iPhone.
Apple weigerde, waardoor het zich wilde profileren als een voorvechter van privacy en mensenrechten. Deze week toonde het bedrijf de andere kant van de medaille. Apple verwijderde in China VPN-diensten uit zijn App Store, waarmee gebruikers de Chinese internetcensuur kunnen omzeilen. CEO Cook zei deze week dat hij dat liever niet had gedaan, maar zich moest houden aan de wetten van het land.
De kwestie is volgens hem niet te vergelijken met Apple vs. FBI. “In het geval van de Verenigde Staten hadden we de wet aan onze kant”, citeert de BBC hem. “Het was erg duidelijk. In China’s geval is de wet ook erg duidelijk. We moeten de wet in beide gevallen gehoorzamen.”
Toetsing
Of Cook daarmee gelijk heeft, is niet makkelijk te zeggen. De wet waar hij op doelt zou getoetst worden door een rechter. De zaak Apple en de FBI zou namelijk in de rechtbank worden uitgevochten, maar dat ging uiteindelijk niet door. Het was de FBI naar verluidt met behulp van het Israëlische bedrijf Cellebrite namelijk gelukt om de iPhone te ontgrendelen.