Het Amerikaanse 23andMe heeft de DNA-gegevens van meer dan 1 miljoen mensen in huis, om daarmee aan mensen te vertellen of ze genetische ziektes hebben. Hartstikke handig, de startup denkt dat er nog meer manieren zijn om van deze DNA-databank gebruik te maken. Zo wil 23andMe voortaan op basis van al deze gegevens gespecialiseerde medicijnen gaan maken.
23andMe heeft Richard Scheller in huis gehaald, een voormalig topman bij het Amerikaanse farmaceuticabedrijf Genentech. Hij gaat samen met een team door de gigantische DNA-database spitten, om zo te zoeken naar mogelijke geneesmiddelen en behandelingen voor genetische ziektes. Daarnaast zal er worden samengewerkt met wetenschappers die onder andere de ziekte van Parkinson willen behandelen, om samen een gespecialiseerde DNA-database samen te stellen. Op deze manier wil 23andMe wetenschappelijk onderzoek steunen.
Daarmee laat 23andMe zien hoe een moderne startup ook iets kan bijdragen aan medisch onderzoek. En dat allemaal op basis van een simpele consumentendienst: het bedrijf begon ooit als initiatief om je eigen DNA te laten testen.
Het zal echter wel nog een tijd duren voordat de eerste DNA-medicijnen in de schappen verschijnen. Het onderzoeks- en testtraject in de medische wereld kan lang duren, deels omdat ieder nieuw medicijn wel zo veilig mogelijk moet zijn. Dat terwijl 23andMe nog in de vroege fase van het project zit. Het bedrijf verwacht dit kwartaal een testlab te vinden om in te werken.