In een database van YouTube, Facebook, Twitter en Microsoft staan inmiddels 40.000 foto’s en video’s van terroristenpropaganda. Dat zeggen de techbedrijven in een gezamenlijke verklaring. Door de digitale vingerafdrukken in een database met elkaar te delen, hopen de bedrijven de propaganda van elkaars platformen te weren.
De vier techbedrijven maakten een jaar geleden bekend samen te gaan werken aan deze database. Twitter, Facebook, Microsoft en YouTube bepalen ieder onafhankelijk welke beelden en video’s ze aan de database toevoegen. Ook beslissen ze uiteindelijk zelf of de foto’s en video’s van hun eigen platform worden verwijderd.
Maar zodra één bedrijf een afbeelding of video van terrorismepropaganda verwijdert, verschijnt daarvan een digitale vingerafdruk – een hash – in de gezamenlijke database. Daarmee moet het voor andere techbedrijven een stuk eenvoudiger worden om dezelfde beelden te verwijderen of te blokkeren.
Naast het initiële viertal voegen ook Ask.fm, Cloudinary, Instagram, Justpaste.it, LinkedIn, Oath en Snap zich bij de het initiatief om terrorismepropaganda tegen te gaan.
Kritiek
Het initiatief van Twitter, YouTube, Facebook en Microsoft volgde op kritiek van de Europese Commissie. Die vond in 2016 dat de sociale media te langzaam optreden tegen dit soort ongewenste content. In oktober 2017 deed ook het World Economic Forum een duit in het zakje. Volgens de non-profitorganisatie doen sociale media nog steeds te weinig om extremisme en nepnieuws aan te pakken.
Deze zomer kwam ook kritiek uit andere hoek, namelijk van onderzoekscollectief Bellingcat. YouTube verwijderde namelijk niet alleen propagandavideo’s. Ook video’s die niet oproepen tot terrorisme of steun betuigden voor Islamitische Staat of andere groepen, werden verwijderd. Het beleid van YouTube is om educatieve en wetenschappelijke video’s en documentatie te laten staan.