Nu Big Data zo nadrukkelijk in de aandacht staat, en de impact van Big Data steeds duidelijker wordt, ontstaat er ook aandacht voor de mensen die Big Data kunnen ‘doen’. Want ook al heb je al die waardevolle data in huis, en koop je allemaal tools om er mee aan de slag te gaan, dan nog moet je weten wát je er mee kan. Dit is het werk van de data scientist.
Zoals er over Big Data nog geen eenduidige definitie bestaat, geldt dit ook voor de data scientists. Want wat moet een data scientist precies kunnen? Het lijkt erop dat een goede data scientist een echte polymath moet zijn. Hij moet niet alleen verstand hebben van programmeren en statistiek, maar ook inzicht hebben in businessprocessen, en ook een echte creatieveling zijn. Het moet iemand zijn die nieuwe patronen kan ontdekken, op een creatieve manier naar data kan kijken en vragen stellen die die anderen nog niet hadden gevraagd.
Het McKinsey Global Institute stelde in mei 2011 al dat er snel een razend tekort gaat ontstaan aan data scientists. Sinds anderhalf jaar is de vraag naar data scientists hard gestegen. Maar juist de combinatie van beta-eigenschappen met de alpha-inslag die je nodig hebt om data scientist te zijn, maakt dat er nog niet veel mensen zijn die dit al kunnen.
En waar schaarste ontstaat, stijgen de prijzen. Of in dit geval, de salarissen. Niet voor niets werd het vak van data scientist door het vermaarde Harvard Business Review uitgeroepen tot the sexiest job of the 21st century.
Als ik een zoon van 18 had die voor zijn studiekeuze zou staan, zou ik hem aanraden om de kennis en skills op te doen. Behalve een particuliere aanbieder, zijn er op dit moment nog geen Nederlandse onderwijsinstellingen die een opleiding tot data scientist aanbieden, maar reken er maar op dat dit snel gaat veranderen. De collegebanken zullen razendsnel vol zitten.