Het kabinet start met de eerste pilots voor het eID Stelsel, wat de nieuwe standaard wordt voor onze online identiteit. Dit is gisteren bekend gemaakt door minister Plasterk via een kamerbrief.
Het eID Stelsel zal zowel DigiD als eHerkenning opvolgen en wordt de nieuwe standaard om ons online te identificeren. Bekende identificatiemiddelen als de identiteitskaart en het rijbewijs worden geschikt gemaakt voor online identificatie.
Hierdoor kunnen wij, de burgers, uit meerdere inlogmiddelen kiezen waarmee we bij een organisatie willen inloggen. Hierdoor zijn we niet langer afhankelijk van één elektronisch identificatiemiddel, zoals nu het geval is met DigiD. Daarnaast wordt de kans op storingen kleiner.
Online inloggen met de identiteitskaart en het rijbewijs wordt overigens alleen mogelijk op websites van de overheid en websites van organisaties die een publieke taak uitvoeren. In de pilot wordt ook getest met het identificeren via de bankpas.
Betrouwbaarheid
Het nieuwe systeem moet ervoor zorgen dat persoonsgegevens beter worden beschermd en dat de kans op misbruik met persoonlijke informatie afneemt. Zo zullen er alleen inlogmiddelen worden geaccepteerd die aan de strenge eisen van het eID Stelstel voldoen.
Het grote voordeel van het eID Stelsel is dat bedrijven alleen de informatie te zien krijgen die gewenst is. Als voorbeeld neemt minister Plasterk het kopen van een fles wijn bij een slijter. Een online slijter krijgt via het eID Stelsel alleen de informatie die hij nodig heeft: is een klant 18 jaar of ouder. Gegevens als het burgerservicenummer (BSN) zal de slijter niet te zien krijgen.
Hiermee heeft het systeem veel weg van het onlangs geïntroduceerde systeem van IBM; de Identity Mixer. Ook dit systeem versterkt alleen de gegevens die relevant zijn.
Het kabinet start met de pilots in de tweede helft van 2015. Op basis van de resultaten zal worden besloten of het systeem nog verder ontwikkelt moet worden.