Google Glass, de spelcomputer van Apple en een plastic fiets. Er is een reden dat je deze producten niet zomaar kan kopen: ze zijn geflopt. Maar niet getreurd. In Zweden is onlangs een museum van deze mislukte uitvindingen geopend: het Museum of Failure. Het museum biedt met zijn collectie van zeventig mislukkingen naar eigen zeggen een ‘uniek kijkje in de risicovolle wereld van innovatie’.
“Het is niet zo vreemd als je er over nadenkt”, zegt curator Samuel West tegen de BBC. Volgens hem kunnen we heel veel leren van mislukkingen. Mislukking is namelijk nodig voor vooruitgang, is zijn stelling. Anders gezegd: zonder mislukking geen producten die wél succes hebben.
Het nadeel is dat veel van de mislukkingen verdwijnen of zelfs nooit zichtbaar worden voor een grote groep mensen. Dan wordt het lastig om daar van te leren. “Het maakt niet of het van een groot merk komt, van een enorm bedrijf of van een ‘uitvinder’ in zijn kelder”, gaat Samuel verder. “Het thema van het museum is dat we mislukkingen moeten zien als een onmisbaar onderdeel van innovatie. Ik denk dat organisaties veel beter hun best moeten doen om te leren van hun mislukkingen, in plaats van ze te verdoezelen.”