De Nederlandse fietsfabrikant Sparta gaat zijn e-bikes vanaf volgend jaar voorzien van modules waarmee altijd de locatie bepaald kan worden. Gebruikers kunnen hun fiets dan koppelen via een smartphone-app, waarop ze kunnen controleren waar de fiets zich bevindt. Op die manier moet het makkelijker worden om de fietsen bij diefstal terug te vinden.
“Voorlopig gaat het alleen om bepaalde modellen e-bikes”, zegt Mark Kuper, commercieel directeur van Sparta. “Maar we willen uiteindelijk al onze fietsen gaan uitrusten met zo’n module.” Die eigenaar kan dankzij een GPS-chip locatie van zijn fiets achterhalen. Die wordt via een GPRS-verbinding (de voorloper van 3G) naar de servers van Sparta verstuurd. Daarnaast bevat de module ook een bewegingssensor, waardoor je een melding kunt krijgen als je fiets omvalt of wellicht gestolen wordt. De eerste e-bikes die met de module uitgerust worden, zijn vooral fietsen die gebruikt worden voor woon-werkverkeer of stadsfietsen, omdat die volgens Kuper een grotere kans hebben om gestolen te worden.
De modules zijn enkele centimeters lang en breed, maar worden ergens in de fiets verstopt waar ze volgens Kuper niet makkelijk te verwijderen zijn. “Ik ga niet precies vertellen waar hij zit, maar ga er maar vanuit dat je flinke werkplaatsapparatuur nodig hebt om ‘m eruit te halen.” Dat de modules zo groot zijn, komt volgens Bart Visser, directeur van leverancier Conneqtech, door het omhulsel die het apparaatje tegen water moet beschermen.
Privacy
Via de modules verzamelt Sparta ook actief data van fietsers. “Gebruikers die liever niet willen dat hun gegevens gebruikt worden, kunnen zich daarvoor via de app afmelden”, zegt Kuper. “In dat geval respecteren we de privacy van onze klanten. Als die klant er niet voor kiest, delen we die data bijvoorbeeld met het ministerie van Verkeer en Waterstaat om knelpunten in kaart te brengen. Intern zijn de gegevens voor ons interessant om te zien welke afstanden mensen fietsen. We zouden de gegevens ook kunnen gebruiken om bijvoorbeeld iets te ontwikkelen waarmee fietsers elkaar kunnen ontmoeten.”
Volgens Visser van Conneqtech worden de gegevens maximaal een jaar lang bewaard. “Gebruikers kunnen daarmee ook hun eigen fietshistorie in de gaten houden. Mocht in de toekomst vanuit de gebruiker vraag zijn om die gegevens langer te bewaren, dan kunnen we daar eventueel aan voldoen.” Door de module wordt de prijs van een e-bike wel iets hoger, volgens Kuper. “De module zal bij de prijs inbegrepen zitten. Hoeveel de fiets uiteindelijk meer gaat kosten, durf ik nog niet te zeggen. Voorlopig hou ik het brede marge van tussen de 25 en 200 euro aan.” Daarnaast moeten mensen ook een abonnement afsluiten, omdat de fiets altijd verbonden moet zijn met het internet.
De Fietsersbond houdt in september overigens zijn tweede editie van de Fiets Telweek. Daarbij verzamelt de bond de locatiegegevens van smartphonegebruikers om het fietsgedrag van zijn deelnemers in kaart te brengen.