De toekomst van het Internet of Things ligt in de data

In de Terminator films is 1997 het jaar dat computernetwerk SkyNet de wereld overneemt. Nu, ruim vijftien jaar later, lijkt wordt dit met het Internet of Things een realiteit. Apparaten kunnen steeds gemakkelijker met elkaar communiceren en reageren op veranderingen. Wearables gaan hierbij een belangrijke rol spelen.

Een bedrijf dat druk bezig is met het creëren van dit Internet of Things is GE. GE heeft onlangs een nieuwe turbine ontwikkeld, waar meer dan 300 sensors in verwerkt zijn. Deze sensors meten onder andere de druk, temperatuur en vibraties. Dit genereert heel veel data. VP van GE John Rice zegt tegen BRW:

You have to decide: are you going to bring all that data back somewhere because a lot of it you don’t really need, or you might need on a really remote basis. You might want to send back only the data that reports an exception or a vibration or a high temperature reading.

De vraag is hoe je vervolgens al deze verbonden apparaten kunt controleren en waar je de data in kan zien. Hiervoor zijn steeds meer apparaten beschikbaar. Denk bijvoorbeeld aan je smartphone of aan alle onlangs gelanceerde smartwatches. Hierop kun je je apparaten besturen, meldingen ontvangen en gegevens bekijken.

Once you start to see these devices coming online, big data will be this adorable little thing we used to think was big, because it will be an order of magnitude bigger than now.

Dankzij Google Glass en bijvoorbeeld de Pebble smartwatch wordt de interesse in wearables steeds groter. De hoeveelheid data die met dit soort apparaten verzameld kan worden, zal blijven groeien. Het Internet of Things draait dat ook niet volledig om verbonden apparatuur en de specifieke wearables om deze apparaten te tracken, maar om de data die hiermee verzameld kan worden.