Gratis cursussen, een voorspelbaarder werkpatroon en geen verbod meer op nevenwerkzaamheden: er gaat behoorlijk wat veranderen in je arbeidscontract. Vandaag is namelijk de nieuwe wet Implementatie EU-richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden ingegaan. Het idee is dat je daarmee meer inzicht krijgt in je arbeidsvoorwaarden, maar in de praktijk krijg je ook meer rechten op de werkvloer.
Eén van de aanpassingen is dat werkgevers niet meer zomaar studiekosten op de werknemer mogen verhalen. Met andere woorden: de werkgever is in diverse gevallen verplicht om je (voor jou) gratis scholing – zoals cursussen en opleidingen – aan te bieden. En die werkgever mag dus niet opleidingsgeld terugvragen als je je baan eerder opzegt dan afgesproken.
Het gaat dan bijvoorbeeld om scholing die voorkomt dat je disfunctioneert als werknemer. Ben je bijvoorbeeld niet heel goed in Engels, maar is dat wel nodig voor jouw werk? Dan moet je werkgever je een cursus Engels aanbieden. Daarnaast moet je scholing aangeboden krijgen als dat nodig is om mee te kunnen komen met de technologische ontwikkelingen van een functie. Moet je bijvoorbeeld met een nieuw computersysteem gaan werken, dan krijg je daar dus een cursus voor.
Logischerwijs geldt de regel niet bij diploma’s of certificaten die wettelijk nodig zijn om je beroep uit te voeren. Je werkgever hoeft dus niet je opleiding tot leerkracht en de bijbehorende lesbevoegdheid te betalen als je docent wil worden, of je rijbewijs als je taxichauffeur wordt. Maar als je een cursus voor je werk onder werktijd wil doen, moet de werkgever dat wel mogelijk maken.
Een baan naast je baan
wijziging in het arbeidscontract draait om nevenwerkzaamheden. Werkgevers mogen je namelijk niet meer zomaar verbieden om ook bij een andere werkgever te gaan werken. Natuurlijk zijn hier wel uitzonderingen op. Als er een hele goede reden is om nevenwerkzaamheden te verbieden, mag dat nog steeds. Dat kan bijvoorbeeld zijn als jouw gezondheid of veiligheid in het geding komt, of er risico’s zijn voor de bescherming van vertrouwelijkheid van bedrijfsinformatie.
Een andereAls voorbeeld geeft de Rijksoverheid een werknemer die 36 uur bij een supermarkt werkt en nu ook op oproepbasis bij een drogisterij wil gaan werken. De reden dat dit niet zou mogen, is omdat er een maximaal aantal uur is dat je per week mag werken volgens de wet. Die wet zou je dan schenden, dus mag de werkgever dat verbieden.
Geen reactie? Dan vast contract
We leven tegenwoordig met een vrij flexibele arbeidsmarkt: in plaats van een vast contract, krijg je vaak eerst diverse tijdelijke contracten. Prima natuurlijk, maar met de nieuwe wetgeving krijg je nu wel het recht om je werkgever te verzoeken om een meer voorspelbare arbeidsrelatie. Wil je dus een vast contract of een arbeidsovereenkomst met een vaste arbeidsomvang, dan kun je daar nu gewoon om vragen. Regel is wel dat je dit schriftelijk doet.
De werkgever moet vervolgens ook reageren op dat verzoek. Daar krijgt je werkgever een maand de tijd voor. Reageert hij/zij niet of niet op tijd? Dan wordt jouw verzoek ingewilligd. Met andere woorden: als je om een vast contract vraagt en je werkgever reageert niet, dan krijg je automatisch dat vaste contract.
Overigens is er wel een uitzondering voor kleine werkgevers met maximaal tien werknemers. Zij krijgen drie maanden om te reageren.
Wanneer moet je werken?
Een laatste recht wat je vanaf vandaag krijgt, is dat je meer duidelijkheid moet krijgen over wanneer je precies moet gaan werken. Er zijn immers veel mensen die een onvoorspelbaar werkpatroon hebben, die graag meer duidelijkheid zouden hebben over hun rooster of vaste werkdagen. Misschien werk je bijvoorbeeld parttime in de horeca, maar moet je wel vijf dagen per week beschikbaar zijn. Met de nieuwe wet kun je je werkgever dan vragen om in ieder geval vast te leggen welke dagen je verplicht kan worden om te komen werken. Word je buiten die dagen ingedeeld, dan hoef je niet verplicht te komen werken.
Overigens hoeft een werkgever niet per se in te stemmen met het verzoek. Maar als hij/zij dat niet doet, dan moeten daar wel goede redenen voor zijn.
Bonus: betaald ouderschapsverlof
Overigens is er nog meer goed nieuws: op 2 augustus gaat ook een nieuwe regeling in rondom betaald ouderschapsverlof. Je hebt recht op ouderschapsverlof als je een kind van acht jaar of jonger hebt. Dat verlof is maximaal 26 keer het aantal uren van je werkweek. Maar dat is allemaal onbetaald, en daar komt nu dus verandering in.
Vanaf 2 augustus kun je negen werkweken betaald ouderschapsverlof opnemen. Daar krijg je dan een uitkering van het UWV voor. Die negen weken hoef je logischerwijs niet allemaal tegelijkertijd op te nemen, maar kun je flexibel verdelen. Je kunt dus ook meerdere werken een paar uren per dag opnemen.
Het betaald ouderschapsverlof moet je wel binnen een jaar na de geboorte van je kind of de opname van het kind binnen het gezin opnemen. Neem je later ouderschapsverlof op, dan wordt het wel onbetaald.