Thuiswerken blijft populair: 52% werkt (soms) vanuit zijn eigen huis

Thuiswerken

Thuiswerken werd tijdens de pandemie plots de normaalste zaak van de wereld. Ook nu voeren we ons werk nog regelmatig graag vanuit ons eigen huis uit, blijkt uit onderzoek van het CBS. Vorig jaar werkte 52% van alle werkenden in Nederland soms of meestal thuis, het hoogste aantal in de gehele Europese Unie.

Maar liefst 3,8 miljoen mensen werkten vorig jaar soms thuis, oftewel maximaal de helft van hun gebruikelijke werkweek. Dat is flink meer dan in 2021, toen dat nog 3,1 miljoen mensen waren. Maar in dat jaar werkten veel meer mensen – 1,9 miljoen – meestal thuis, dus zeker de helft of meer van de gebruikelijke werkweek. Nu is dat nog 1,3 miljoen. Logisch natuurlijk, want in 2021 zaten we nog in de pandemie en was thuiswerken vaak noodzakelijk.

In totaal kunnen we dus zeggen dat het absoluut aantal thuiswerkers in de afgelopen jaren is gestegen, van 5,0 miljoen in 2021 naar 5,1 miljoen in 2023. Toch betekent dat niet dat alle werkenden graag in hun eigen huis aan de slag gaan. Het aandeel dat vanuit huis werkt is namelijk van 54% gedaald naar 52%.

Ook zijn er flinke verschillen zichtbaar tussen beroepen. ICT’ers en mensen met een creatief of taalkundig beroep werken het meeste thuis, wie in dienstverlenende beroepen of in de transport werkt veel minder. En gemiddeld doen we dat 15 uur per week, iets minder dan de helft van het aantal uren dat we gemiddeld werken.

Voorkom klachten bij thuiswerken

Juist omdat we in voorgaande jaren veel hebben thuisgewerkt, weten we ondertussen ook dat je daar best wat klachten bij kunt oplopen. In 2021 bleek nog uit onderzoek van CNV dat 41% van de thuiswerkers last heeft van fysieke klachten. Daarom is het belangrijk dat je maatregelen neemt, bijvoorbeeld door een goede bureaustoel aan te schaffen, zorgen dat je laptop op ooghoogte staat en door ieder half uur op te staan. Op die manier voorkom je dat je (meer) klachten ontwikkelt.

Foto: Shutterstock