Microsoft CityNext: Het nieuwe Microsoft helpt steden te verbeteren met technologie

Elger van der Wel

Samen met lokale partners wil Microsoft het leven en de economie in steden verbeteren met behulp van technologie.

Microsoft ondergaat de laatste een jaren een transformatie. Het bedrijf profileert zich (deels gedwongen door de veranderende markt) niet langer als een softwarefabrikant, dat zijn geld verdient met Windows en Office. Het nieuwe bedrijf is een dienstverlener die cloudoplossingen biedt aan mensen en bedrijven.

Lieke HamersLieke HamersLieke Hamers werkt als Business Development Manager ISV Cloud Solutions Government & CityNext bij Microsoft Nederland. Vanuit die functie werkt ze samen met partners en gemeentes aan de inzet van technologie om steden te verbeteren.Een mooi voorbeeld van het nieuwe Microsoft is CityNext. Een initiatief waarmee Microsoft, samen met zijn (lokale) partners, overheden wil helpen om het leven en de economie in steden te verbeteren met behulp van technologie. Lieke Hamers is in Nederland verantwoordelijk voor CityNext. Ik sprak met haar over de projecten waar ze aan heeft gewerkt en de mogelijkheden voor de toekomst. Ze begint het gesprek meteen door uit te leggen dat je bij CityNext niet meteen moet denken aan de stad van de toekomst, waarbij alles met elkaar in verbinding staat en data uitwisselt. “Onze insteek is: we pakken niet smart city vanuit de innovatie als platform, maar pakken smart city met als basisbeginsel het centraal stellen van de mens. Hoe kunnen we een stad beter laten functioneren voor de eigen ambtenaren, de bedrijven die er zitten, de scholen die er zitten, maar ook voor burgers?”

“Ik vind dat het bewustzijn in Nederland rondom smart cities echt aan het veranderen is” gaat Hamers verder. “Er wordt nu meer gekeken wat er nu echt gedaan kan worden. En het heeft voor ons ook best wel een tijd geduurd totdat we aansprekende projecten hadden, waarbij je ook echt gewoon de maatschappelijke context hebt en de waarde voor de gemeente of burger kan aantonen. Het is heel makkelijk om je stad vol te hangen met sensoren, maar wat haal je daar dan uit? Ik denk dat het voor veel gemeentes nog wel zoeken is om te kijken: wie ben jij als gemeente? Wat past bij jou? Dat verschilt echt per gemeente: in Utrecht kijken ze bijvoorbeeld veel meer naar duurzaamheid en mobiliteit, terwijl Den Haag, de stad van Vrede en Recht, wil kijken wat ze kunnen doen met veiligheid.”

Gemeente Molenwaard

Dat de projecten van CityNext niet per se heel technologisch ingewikkeld hoeven te zijn, bewijst het project rond de gemeente Molenwaard, dat Microsoft samen met ICT-dienstverlener OGD heeft uitgevoerd. Molenwaard is een gemeente die op 1 januari 2013 is ontstaan door samenvoeging van de Zuid-Hollandse gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland en bestaat uit 13 dorpskernen. “Zij zijn de eerste gemeente in Nederland en zelfs in de wereld die geen gemeentehuis meer heeft.”

““De gemeentebesturen volgden een andere route voor de herindeling dan gebruikelijk is. Doorgaans fuseren gemeenten eerst en volgen daarna de ambtelijke organisaties. Molenwaard kreeg eerst een organisatie (met de werknaam De Waard) die al per 1 september 2009, jaren voor de daadwerkelijke fusie, effectief was. Toen ontstond er discussie over waar het nieuwe gemeentehuis moest komen te staan.”

“Ze hebben tijdelijke huisvesting gehad op een industrieterrein en de drie besturen naast elkaar gezet. En toen zijn ze op een gegeven moment gaan kijken: ‘Waarom zijn we hier? Wat willen we als gemeente echt gaan doen?’ En toen kwam toch wel de conclusie dat hun belangrijkste doel was om de burgers de beste dienstverlening ooit te geven. En zijn ze gaan nadenken hoe ze dat het beste konden doen.”

“De plannen voor het gemeentehuis gingen van tafel en het geld wat daarmee vrij kwam hebben ze onder andere geïnvesteerd in technologie. Zij werken nu op basis van een digitaal kantoor en hebben een soort pop-upbalies in sportscholen, buurtcentra; waar je ook maar kan zitten. Daar doen ze ook gewoon de raadsvergaderingen en kunnen mensen zelf hun werkplekken creëren.”

Om dit mogelijk te maken, gebruiken de ambtenaren in Molenwaard cloudtechnologie van Microsoft. Dan moet je denken aan Office 365 en Azure-diensten. Daarnaast wordt bijvoorbeeld Skype gebruikt voor communicatie met de burgers. “Technologie is de onzichtbare laag om dit mogelijk te maken voor de ambtenaren en burgers in Molenwaard”, aldus Hamers.

“Zij zijn ook de eerste gemeente in Nederland die heeft gekeken: hoe kunnen we meer selfservice bieden voor de bewonersgroepen die dat heel fijn vinden? Hoe kunnen we meer aandacht geven aan de groepen die dat nodig hebben? Zoals bijvoorbeeld langdurig zieken, ouderen en mindervaliden. Zij zijn dus de eerste gemeente die paspoorten aan huis laat bezorgen.”

Waterakkers

Een ander project wat Hamers aanhaalt als voorbeeld van wat CityNext doet, is Waterakkers. Een project waar de gemeente Breda, het Waterschap Brabants Delta en Microsofts partners I-Sago en Ireckon bij betrokken waren. Over de eigen rol in het project zegt Hamers: “We zitten diep onder in de onzichtbare platformlaag, maar zijn wel de lijm die dit soort initiatieven mogelijk maakt.”

En wat is dat initiatief dan precies? “In Breda is een groot waterbassin (circa 30 hectare groot) aangelegd dat fungeert als geledingszone tussen de wijken Waterdonken (en Werkdonken) en Bouverijen. In de Waterakkers vindt waterzuivering plaats en één van de vereisten bij de realisatie hiervan was publieksbeleving. Daarom hebben ze de hele fysieke infrastructuur van het waterbassin, waterzuivering, sluizen, pompen en gemalen digitaal gemaakt op een website. Op www.waterbreda.nl zie je precies de fysieke wereld digitaal, waarop je realtime kunt zien wat er gebeurt.”

“Ze hadden daardoor eigenlijk al heel veel data verzameld uit alle systemen die ze al hadden en zijn ze gaan nadenken: wat kunnen we hier eigenlijk nog meer mee. Toen kwam de gedachte van de resilient city. Ben je weerbaar als er iets gebeurt? We kennen allemaal het voorbeeld Moerdijk; ben je op zoiets ingericht?”

“Breda heeft het probleem dat er een spoorlijn direct naast de historische binnenstad loopt van Rotterdam naar Antwerpen waarover dagelijks chemicaliën worden vervoerd. Weet je hoe snel vervuild drinkwater zich in de binnenstad verspreidt op het moment dat er zo’n trein zou ontsporen? Dat soort vraagstukken zijn nooit echt uitgezocht.”

“We kwamen erachter dat ze eigenlijk alle benodigde databronnen allang hadden, op eentje na: de realtime waterstroming door het rioolsysteem. Dat gebeurt meestal op basis van theoretische modellen, zo ook in Breda. Breda organiseert al enkele jaren, samen met omringde gemeenten, de ‘Week van Ons Water’ Ze gebruiken dat voor bewustwording over het gebruik van water en alles wat er bij schoon water komt kijken. Ze gaan ook altijd langs bij scholen tijdens die week. Wat toen is bedacht is Robbie de Rat: een sensor met een drijvertje. Dezelfde soort chips gebruiken ze normaal om te kijken waar water dingen lang het riool blijven liggen.”

“Nu hebben ze kinderen die chips in elkaar laten plakken op scholen met op elke chip een uniek nummer. Die hebben ze door het systeem heen laten lopen en onderweg worden die door meetapparatuur op meerdere plekken uitgemeten. Kinderen konden daardoor precies zien waar hun chip zich bevond en tegelijkertijd weet de gemeente nu hoe snel het water er doorheen loopt. Door alle data die ze nu hebben verzameld in combinatie met allerlei open data kunnen ze hun watermanagement veel beter aanpassen op wat er gebeurt. De gemeente heeft nu een dashboard dat veel meer realtime/pro-actief informatie geeft, dan achteraf/reactief analyseren ‘wat doen we daarmee?'”

Eindhoven

Eén van de nieuwere projecten speelt zich af in Eindhoven. “Zij hebben de eerste order geplaatst voor zogeheten CityBeacons. Dat zijn van die grote palen waar camera’s, verlichting, digitale informatieborden en allerlei sensoren inzitten. Dan kun je weer nadenken wat je daarmee kunt doen. Of je er de ondernemers in de stad mee kunt faciliteren. Dat zijn leuke concepten waarbij je in co-creatie met de stad of bepaalde wijken kunt zorgen dat ze hun eigen kleur behouden, vertelt Hamers enthousiast.

Ze hoopt dat de dingen die daar bedacht worden vervolgens ook op andere plekken toegepast kunnen worden. “Als ik kijk naar Nederland dan zie ik dat we heel veel pilots doen met elkaar, maar verder uitrollen: ho maar. Ik zou het leuk vinden om de projecten die we nu doen schaalbaar te maken en uitrollen voor de hele BV Nederland.”

Dat is niet onrealistisch, want ze ziet dat het na een eerste project een stuk sneller gaat. “Ik heb nu een aantal gemeentes waar we een eerste project hebben gedaan en waar we nu een tweede gaan doen. Bijvoorbeeld Molenwaard, die na virtuele gemeentehuis wil kijken naar water. Breda heeft water gedaan en gaat kijken wat ze kunnen doen met de bereikbaarheid van de binnenstad.”

En zeker bij zo’n project, is het ongelofelijk belangrijk dat de gemeente zelf de regie neemt, stelt Hamers. “Als ik kijk naar mobiliteit in Nederland in de stad dan zie je dat heel veel partijen eigenaar zijn van de data. Hoe breng je dat bij elkaar? Die discussie hebben we ook veel met overheidsorganisaties: laat je het aan de markt of ben je regisseur en wordt de data van jou, waardoor je centraal dingen kan regelen voor burgers en bezoekers van je stad. Dat zijn geïntegreerde concepten waar je heel lang over moet praten. Ik vind persoonlijk dat de gemeente hierin de leiding moet nemen, als je dingen wilt bewerkstelligen.”

Internationaal

Niet alleen in Nederland doet Microsoft met CityNext interessante dingen. Het is een internationaal initiatief, wat resulteert in een paar mooie internationale voorbeelden. Hamers kijkt vooral met veel bewondering naar wat er in Barcelona gebeurt. “Barcelona is uitgeroepen tot smartest city in the world. Wij zijn als Microsoft al heel lang strategisch partner van die stad.”

“Zij meten daar alles tijdens het grootste festival van de stad: La Merced, waarbij er twee miljoen mensen op de been zijn”, vertelt ze “Ze lezen alles uit op het gebied van social media, maar ook hoe mensen zich door de stad bewegen.”

“Maar iets heel anders is dat ze door het analyseren van data van het leenfietsprogramma Bicing erachter kwamen dat mensen op de fiets naar het strand gaan, maar ’s avonds de bus weer terug pakken. Ze hebben uiteindelijk hun operationele proces daarop aangepast en verplaatsen nu zelf in de namiddag de fietsen naar de stad.”

“Dat soort patronen achterhaal je door data-analyse. Barcelona is daar echt al heel erg ver mee. De Sagrada Família hangt bijvoorbeeld ook helemaal vol sensoren om crowd-metingen te doen. Dat koppelen ze uiteindelijk weer aan het boekingssysteem.”

Een ander voorbeeld komt uit Finland. In Helsinki heeft de gemeente een heel interessant project gedaan samen met Microsofts partner CGI door de data van stadsbussen te analyseren. “Helsinki is nogal heuvelachtig, waardoor er veel wordt gas gegeven en geremd op onlogische plekken. Ze zagen dat het brandstofverbruik daardoor hoog was en het gemeentelijk vervoersbedrijf wilde graag brandstofzuiniger gaan rijden. Ze hebben vanuit die data feedback gegeven aan de chauffeurs, waardoor ze uiteindelijk vijf procent op de brandstofkosten hebben bespaard.”

Privacy

Zeker internationaal zijn de voorbeelden die Hamers aanhaalt erg data-gedreven. En als het gaat om het verzamelen en gebruiken van data over mensen in steden, dan komt natuurlijk de discussie over privacy om de hoek kijken. Wat verzamelen gemeentes überhaupt voor data en hoe transparant zijn ze daarover?

“Ik denk dat we met zijn allen nog heel veel kunnen doen op het gebied van technologische beleving. Bij het living lab op het Stratumseind in Eindhoven zie je dat ze met zichtbaar onderzoek, proberen bij te dragen in de beleving. Je weet niet hoe je als burger wordt gemeten en ik denk dat we daar nog wel heel goed over na moeten denken.”

En het gaat daarbij om veel meer dan privacy: hoe maak je data inzichtelijk voor mensen? “Een mooi voorbeeld vind ik de waterhoogtes in Nederland, we hebben als burgers geen idee wat het betekent als het water tot een bepaald niveau zou stijgen bij een overstroming. Daan Roosegaarde heeft dat heel mooi uitgebeeld met zijn project Waterlicht op het Museumplein, waardoor mensen pas begrijpen wat het betekent. Wij simuleren dat soort dingen in 3D-omgevingen. Dat soort dingen zijn ook belangrijk voor de communicatie vanuit de Rijksoverheid: hoe gaan we meer beleving brengen bij alles wat we meten om de maatschappelijke impact te duiden.”

Minecraft

Eén van projecten waar dat mee gebeurt is Geocraft: dit is een virtuele representatie van Nederland in Minecraft, gemaakt door het bedrijf Geodan. Het systeem wordt gebruikt voor educatieve doeleinden, maar de 3D-wereld van Minecraft is ook heel erg geschikt om allerlei data over (veranderingen in) onze leefomgeving te visualiseren.

“Elk kind speelt met Minecraft. Wat we daarmee kunnen doen op educatief vlak is fenomaal. Wat technologie voor ze kan betekenen, dat vind ik fantastisch”, zegt Hamers hierover. Geocraft heeft  zijn systeem al veelvuldig gebruikt in het onderwijs en op evenementen om kinderen aan te slag te gaan met hun eigen omgeving. Maar het is ook minstens zo geschikt voor volwassenen.

“Er zijn al veel mensen bezig met geo-informatie die al heel lang zoeken naar hoe ze die beleving bij mensen in hun hoofd kunnen krijgen. We lieten ze Minecraft zien en iedereen snapt het. Wat ik heel erg gaaf vind, is dat we met Nederland in 3D ook daadwerkelijk gebouwen of bruggen kunnen verschuiven en dan met echte realtime data de effecten op de omgeving in beeld kunnen brengen.”

Geocraft

“Je kunt dan zien wat de gevolgen zijn voor de geluidskwaliteit, de fijnstofmeting of mobiliteitsdruk. Hierdoor heb je als gemeente een hele andere dialoog met zowel je bouwbedrijven, maar juist ook met de burger. Je kijkt dan samen naar hetzelfde beeld en kunt op basis daarvan een gesprek voeren.”

Het is weer een compleet andere manier van hoe Microsoft op een niet directe zichtbare manier bijdraagt aan slimmere steden. En Hamers merkt dat dit bijdraagt om overheden en bedrijven te laten zien wat het nieuwe Microsoft is. “De perceptie bij steden begint heel erg te veranderen”, zegt ze.

“Ze kennen ons als softwareleverancier voor de werkplek. Als je ziet hoe onze technologie in elkaar past, dan zie je dat je ook een partner of adviseur kunt zijn voor IT-afdelingen om het gat te dichten tussen business en IT. Dit soort initiatieven komen uit de business-kant en wij helpen om die te faciliteren met IT. Daar zit onze rol. En ook in het al van tevoren daarbij meedenken. Het is ook niet meer alleen Microsoft, we zijn een open platform met ruimte voor heel veel andere partijen om op samen te werken en te ontwikkelen.”