Hacking, design en zelf-experimentatie op FITC

Vandaag vond de laatste dag van het internationale congres FITC (Future, Innovation, Technology en Creativity) plaats. Op dit evenement staan technologie en design centraal en wordt door designers, programmeurs en kunstenaars gesproken over hun werk en ervaringen. Vanochtend gaf Lauren McCarthy in de Concertzaal van het Felix Meritis een inspirerende presentatie over de invloed van technologie op ons leven.

Over Lauren McCarthy
Kan een computer ons menselijker maken? Ons meer naar elkaar laten luisteren? Wat als een computer beter beslissingen zou kunnen maken over onze sociale relaties dan wij zelf? Zouden onze interacties daardoor verbeteren? McCarthy vertelt over haar pogingen om dit soort vragen te begrijpen door op een artistieke wijze bezig te zijn met hacking, design en zelf-experimentatie.

McCarthy is een designer, artiest en programmeur uit Brooklyn en is op dit moment werkzaam als artiest en onderzoeker bij NYU. Haar opleidingen liegen er dan ook niet om; McCarthy heeft een Master of Fine Arts van UCLA en een bachelor Computer Science en Art en Design van MIT. Ze heeft ondermeer aan installaties gewerkt voor het London Eye, IBM, Metropolitan Museum of Art, SIGGRAPH en de WIRED Store.

In haar werk probeert McCarthy de structuren en systemen van sociale interacties en identiteit te onderzoeken. Ze is gefascineerd door de ietwat ongemakkelijke momenten die ontstaan wanneer patronen verschuiven, verwachtingen verbroken worden en deelnemers zich bewust worden van het systeem. Dat blijkt voornamelijk uit de vele kunstprojecten die ze tijdens haar presentatie noemt.

Self-improvement door technologie
Als kind werd McCarthy verweten dat ze niet sociaal genoeg zou zijn. Een van haar eerste projecten was daarom de
Happiness Hat; een muts die je een pijnprikkel geeft op het moment dat je niet lacht of de Anti-Daydreaming Device die je een prikkel geeft wanneer je aandacht afdwaalt tijdens een gesprek. Deze projecten zijn gebaseerd op wat McCarthy zou willen verbeteren aan zichzelf daarbij gebruik makend van technologie. Ze stelt echter meteen de vraag: wat is goed gedrag eigenlijk en wie bepaalt dat? Welk doel willen we bereiken? Helpen dit soort technologieën ons om uit onze comfort zone te komen?

Zodra iemand – als is het maar een beetje – van de normale gang van zaken afwijkt kan al duidelijk worden wat onze verwachtingen zijn van een bepaalde situatie; over hoe het hoort te gaan en waar we ons comfortabel bij voelen. Die verwachting probeert McCarthy met veel van haar initiatieven juist te doorbreken. Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld de Conversacube (een zogenaamde “disruptive device”) die tijdens een gesprek bepaalde aanwijzingen geeft om af te wijken van de standaard; als een soort excuus om je anders te gedragen.

McCarthy vindt het dus belangrijk om mensen uit hun comfort zone te lokken en daarmee de grenzen van ons gedrag op te zoeken. Maar tegelijkertijd ziet ze ook in dat technologie ons juist zou kunnen helpen om beter met elkaar om te gaan. Zo heeft ze recentelijk de US+ ontwikkeld; een app die tijdens een videochat het gesprek en uitdrukkingen analyseert en op basis daarvan advies geeft om het gesprek te verbeteren. Bijvoorbeeld wanneer je teveel over jezelf praat of niet positief genoeg bent.

Dit soort initiatieven hebben de potentie om onze interacties te verbeteren maar McCarthy blijft ook kritisch: waarom zou je op een bepaalde manier positief moeten zijn of enthousiast, wie bepaalt wat sociaal acceptabel is en wil je dat wel zijn?

Het systeem hacken
Naast initiatieven rondom sociale relaties noemt McCarthy ook voorbeelden van projecten die het systeem proberen te doorbreken. Zo is er Newstweek; een device waarmee je het nieuws dat andere mensen op hun draadloze apparaten zien, kunt manipuleren. De software zit verwerkt in een plug die je in het stopcontact kunt stoppen en die onderdeel van de omgeving lijkt.

En het project “People Staring at Computers” van artiest Kyle McDonald (ook hij sprak vandaag op FITC) die een programma op honderd Apple computers in een Apple Store in Manhattan installeerde om zo stiekem foto’s te kunnen nemen van de lege blik waarmee mensen naar een computer staren.

Initiatieven zoals deze maken gebruiken een bestaand systeem op een manier die daar oorspronkelijk niet voor bedoeld is. Volgens McCarthy wordt van technologie vaak gedacht dat het een stabiel systeem is. Deze kunstwerken laten echter zien dat het juist makkelijk is om technologie te manipuleren en dat het dus helemaal niet zo statisch is als dat het lijkt.

Een ander voorbeeld hiervan is een app die gebruikt maakt van de Foursquare API om zo plekken te kunnen vermijden waar je vrienden zijn en de app Girls Around Me die informatie van Facebook en Foursquare haalt om zo te kunnen zien welke vrouwen er bij je in de buurt zijn. De API’s worden hier dus voor iets anders gebruikt dan het oorspronkelijke doel.

Crowdsourced daten
Aan het eind van de sessie keert McCarthy weer terug naar sociale relaties als ze vertelt over Crowdpilot. Met de app Crowdpilot wilde McCarthy een app creëren die je helpt om vrij te zijn; die je uitnodigt om nieuwe dingen te ontdekken. Je kunt met Crowdpilot gesprekken met anderen online streamen en op die manier crowdsourced advies ontvangen in de vorm van een bericht op je telefoon. Deze stream kun je vervolgens op een website delen of met je Facebook vrienden. Je bent dan dus niet meer zomaar je zelf maar eigenlijk heel veel mensen in één identiteit.

Er ontstond veel ophef rondom Crowdpilot. Mensen vinden het geen fijn idee dat hun gesprekken zomaar gedeeld kunnen worden met anderen en ze vragen zich af waar de grens is tussen een start-up en een kunstproject. Voorbeelden van vergelijkbare provocerende projecten zijn de start-up Eterni.me (waar ik hier al eerder over schreef) en de app Guiltless die bijhoudt tegen wie je welk excuus vertelt zodat je jezelf niet herhaalt.

McCarthy eindigt haar inspirerende sessie met een reflectie. Elke nieuwe technologie heeft de potentie om heel positief uit te pakken of juist heel gevaarlijk. Het vraagt dus bedachtzaamheid en reflectie om op een goede manier om te gaan met nieuwe technologieën.