Binnen een paar maanden tijd zijn twee grote, innovatieve initiatieven afgeschoten in India. Het begon met Facebook’s Free Basics: dit gratis internetabonnement moest de armsten ook toegang geven tot het internet, maar de overheid wilde er niks van weten. De recent onthulde supergoedkope smartphone Freedom 251 kreeg ook al snel klappen van een landelijke brancheorganisatie. Waarom hebben innovatieve initiateven het zo moeilijk in het land?
Techbedrijven gebruiken India graag als testlocatie voor speciale initiatieven. Het gat tussen arm en rijk is in het land opzienbarend groot, waardoor een groot deel van de inwoners ontzettend arm is. Een census uit 2015 biedt perspectief hierover. CNN schreef het volgende:
Van de 300 miljoen huishoudens die zijn onderzocht, woont een overgroot merendeel (73 procent) in dorpen. Van deze dorpsbewoners verdient minder dan 5 procent genoeg om belasting te betalen. Slechts 2,5 procent heeft een voertuig met wielen en 10 procent heeft een baan met een salaris.
Als je te weinig geld hebt om belasting te betalen, dan is de kans vrij klein dat je investeert in luxes zoals smartphones of internet. Bedrijven zoals Facebook zijn daarom zeer geïnteresseerd in India. Het land heeft een gigantisch aantal inwoners (1,25 miljard), die ze allemaal op het internet willen krijgen. Op het moment heeft slechts eenderde (402 miljoen) toegang. In Nederland heeft 94 procent van de inwoners toegang.
Dat probeerde Facebook door bijvoorbeeld het internetabonnement Free Basics (voorheen Internet.org) te introduceren. Dit abonnement bood gratis toegang tot het internet, maar waarmee slechts een beperkt aantal diensten en sites konden worden gebruikt. Op deze manier kon de armste laag van het land ineens ook met het internet verbinden – en daarmee toegang krijgen tot informatie die eerder ontoegankelijk was.