Minister Plasterk moet vertellen waarom afluisterdata geheim is

Statistieken over het aftappen van communicatiediensten tussen 2001 en 2013 door de overheid mogen van minister Plasterk van Binnenlandse Zaken niet openbaar worden gemaakt. Waarom dat zo is? Dat moet de minister van de rechter beter gaan uitleggen. Dat werd vandaag bepaald in een hoger beroep met Bits of Freedom. Deze privacyorganisatie verzocht eerder om de aftapdata vrij te geven, maar Plasterk weigerde om dit te doen.

De minister vreest dat het vrijgeven van de data teveel zegt over de werkwijze van de AIVD. Dit zou het in theorie makkelijker maken voor criminelen om spionage te omzeilen. Volgens de rechter is dit argument echter te vaag en onvoldoende onderbouwd. De minister moet daarom een betere verklaring bieden voor de weigering.

De uitspraak betekent uiteraard niet dat de minister nu wel ineens de data zal bieden. Hij krijgt nog een kans om zijn weigering uit te leggen. Slaagt hij er echter niet in om de geheimhouding goed te onderbouwen, dan kan dit ertoe leiden dat de gegevens wellicht toch worden gedeeld.

Bits of Freedom vroeg Plasterk in 2014 om tapstatistieken te delen over de periode van 1971 tot en met 2013. Veel van de gevraagde gegevens werden toen echter niet gegeven. Uiteindelijk deelde het ministerie wel gegevens over 1984, 1985, 1986 en 1991 tot en met 2001. De ontbrekende data van voor 1991 was volgens de minister niet te vinden. Tussen 2001 en 2013 is de data dus geheim.